Examens in het voortgezet onderwijs

Laatst bijgewerkt op

Het examen in het voortgezet onderwijs bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. Omdat bij aanpassingen voor examens aan andere eisen moet worden voldaan dan bij reguliere toetsen, wordt in dit artikel uitgelegd welke regels er gelden voor aanpassingen bij het examen. Lees hier meer over aanpassingen bij reguliere toetsen in het voortgezet onderwijs. Onderaan dit artikel wordt toegelicht hoe je kunt toewerken naar aanpassingen bij het eindexamen en wat dat betekent voor wat mogelijk is in de rest van de schoolloopbaan van een leerling.

Exameneisen

Bij het schoolexamen en centraal examen moeten de exameneisen die voor alle leerlingen gelden in acht worden genomen. Aanpassingen voor leerlingen met dyslexie gaan over de wijze van examineren en niet over de exameneisen zelf, dat wil zeggen de inhoud van het examen.

Examenprogramma’s

De inhoud van examens wordt door de minister op hoofdlijnen vastgesteld in de examenprogramma’s. In het examenprogramma staat hoe de leerstof is verdeeld over het centraal examen (CE) en het schoolexamen (SE).

Wanneer een vak een centraal examen heeft, worden er onderdelen van het examenprogramma (exameneenheden) aangewezen voor het centraal examen. Andere onderdelen van het examenprogramma worden in het schoolexamen getoetst.

Bijvoorbeeld: Examenprogramma Nederlandse taal havo/vwo

Syllabi

De eisen van het centraal examen zijn door het College voor Toetsen en Examens (CvTE) verder gespecificeerd in syllabi per vak. Deze syllabi zijn bedoeld voor docenten om hun leerlingen voor te bereiden op het centraal examen. Daarnaast gebruiken examenmakers de syllabi bij het ontwikkelen van de centrale examens.

Toegestane aanpassingen bij het examen

De belangrijkste informatie over toegestane aanpassingen wordt hier toegelicht. In paragraaf 11.1 van het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs staat uitgebreide informatie over de aanpassingen bij het examen. De wet- en regelgeving rondom examens kan veranderen. Deze website wordt regelmatig geüpdatet. Kijk voor de meest recente informatie op www.examenblad.nl.

Schoolexamens

Bij het schoolexamen heeft de school een grote mate van vrijheid in het zoeken naar een geschikte aanpassing. De school moet daarbij wel de eigen interne eisen en de externe eisen die aan het examen worden gesteld, in acht nemen (zoals beschreven in Hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020). De wijze van examinering kan worden aangepast, maar niet de exameneisen zelf, dat wil zeggen de inhoud van het examen. Als de standaard aanpassingen niet voldoende geschikt zijn, bijvoorbeeld doordat de leerling meer beperkingen heeft, zoekt de school bij het schoolexamen zelf naar alternatieven die de leerling in staat stellen te laten zien of hij aan de exameneisen voldoet.

Centraal examen

Het doel van de centrale examen is om eenduidig vaststellen in welke mate de centrale exameneisen zijn bereikt. Deze eisen dragen bij aan de waarde van het diploma. De centrale examens zijn uniek van aard. Het gaat om een identieke set opgaven voor alle leerlingen met voor iedereen geldende correctievoorschriften, normeringen en afnamecondities.

Dit betekent dat de vrijheden van de school bij het centraal examen beperkter zijn dan bij reguliere toetsen in voorgaande jaren. De directeur van een school kan alleen binnen de kaders van artikel 3.54 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 de examencondities aanpassen voor onder andere leerlingen met dyslexie. Het wetsartikel spreekt over de wijze van examinering, niet over de exameneisen of de inhoud van het examen zelf. De school kan bijvoorbeeld het gebruik van effectieve dyslexiehulpmiddelen toestaan en/of aanpassingen maken aan de examenvorm.

Op basis van artikel 3.54 hebben leerlingen met dyslexie tijdens het eindexamen recht op 30 minuten verlenging. Andere aanpassingen, zoals eerder genoemde dyslexiehulpmiddelen, kunnen worden toegestaan wanneer ze in de verklaring van een bevoegd orthopedagoog, psycholoog, psychiater of neuroloog (deskundigenverklaring) vermeld staan of wanneer ze bij de begeleidingsadviezen uit de deskundigenverklaring en/of het dyslexieverslag aansluiten. Wanneer aanpassingen aantoonbaar aansluiten bij de voorstellen in de deskundigenverklaring of de begeleidingsadviezen, dan mag een school deze aanpassingen toestaan voor de leerling met een deskundigenverklaring. De aanpassingen die een school aan een leerling verleent, hoeven dus niet letterlijk in de dyslexieverklaring te staan.

Het kan natuurlijk zijn dat wanneer een diagnose in het basisonderwijs of in de brugklas is gesteld, de begeleidingsadviezen niet meer aansluiten bij de leerling. De actualisatie hiervan kan worden uitgevoerd door een gedragswetenschapper of door een lees- of spellingspecialist (zoals een remedial teacher) van de school. Dit betekent dus dat de school in het licht van de dyslexieverklaring op basis van de eigen ervaring met de leerling de begeleidingsadviezen onderbouwd kan herzien. Dit kan als onderbouwing gebruikt worden voor de aanpassingen tijdens het eindexamen. De verklaring is het beginpunt, het eindexamen het eindpunt. De aanpassingen zijn een logisch vervolg van een onderwijstraject. Het is de verantwoordelijkheid van de school om in het onderwijstraject te verifiëren of aanpassingen nodig zijn, met daarna dus een vervolg bij het schoolexamen en het centraal examen. De directeur meldt aan de Inspectie welke leerlingen aangepast examen doen en op welke wijze zij dat doen via het Internet School Dossier (ISD).

College voor Toetsen en Examens

Gezien deze unieke aard van het centraal examen, wordt het ‘speelveld’ voor aanpassingen jaarlijks door het College voor Toetsen en Examens (CvTE) uitgewerkt in de Handreiking Passend Examineren (examenblad.nl) (Voorheen Kandidaten met een ondersteuningsbehoefte | 2024) De brochure verschijnt in het najaar en is geldig voor het centraal examen direct daaropvolgend. De aangepaste toetsen worden standaard op bestelling door het CvTE geleverd. Als dit standaard aanbod van aanpassingen niet adequaat is voor een leerling met een beperking, dan kan de school contact opnemen met het CvTE. De school kan niet zelf het centrale examen aanpassen.

Standaard aanpassingen

Hier worden aanpassingen toegelicht die standaard mogelijk zijn voor leerlingen met dyslexie. Dat het gaat om ‘standaard’ aanpassingen wil niet zeggen dat iedere leerling met dyslexie hier altijd gebruik van moet of wil maken. Ga dus als school per leerling na wat nodig is.

De volgende aanpassingen zijn bij het centrale examen toegestaan en worden hieronder toegelicht:

Tijdverlenging

Bij het centraal examen hebben onder andere leerlingen met een dyslexieverklaring recht op een standaard tijdverlenging van 30 minuten. Als er sprake is van meerdere beperkingen, bijvoorbeeld ADHD en dyslexie, dan mag de extra tijd niet bij elkaar worden opgeteld. Mocht de leerling meer dan een half uur tijdverlenging nodig hebben of andere aanpassingen nodig hebben dan bovenstaande, dan zal er een overleg moeten plaats vinden met het CvTE. Een uitzondering voor meer dan een half uur extra tijdverlenging vormen anderstalige leerlingen met dyslexie die minder dan zes jaar in Nederland verblijven en ook minder dan zes jaar onderwijs gevolgd hebben in Nederland. Ze kunnen twee keer een half uur extra tijd krijgen.

Ook bij het schoolexamen hebben leerlingen recht op meer leestijd. De duur van de tijdverlenging bij het schoolexamen kan door de school bepaald worden en staat in verhouding met de benodigde leestijd voor de toetsen. Dat betekent dat bij korte toetsen of toetsen met nauwelijks leeswerk er minder tijdverlenging is dan bij een lang examen en/of veel leeswerk.

Verder is het aan te raden om, indien mogelijk, leerlingen die gebruik maken van tijdverlenging het examen in een aparte ruimte te laten maken. Op deze manier hebben deze leerlingen geen last van andere leerlingen die eerder klaar zijn met het examen en weggaan.

Centraal schriftelijk en praktisch examen vmbo

Voor het centraal schriftelijk en praktisch examen (cspe) in het vmbo geldt de tijdverlenging niet voor vaardigheidsonderdelen waarbij lezen geen rol speelt. Leerlingen kunnen wel tijdverlenging krijgen bij de benodigde leestijd ter voorbereiding op het cspe.

Pauzes als alternatief voor tijdverlenging

Pauzes zijn soms effectiever dan tijdverlenging. Bijvoorbeeld bij extreme faalangst of concentratieproblemen. Voor het verlenen van pauzes is geen deskundigenverklaring nodig, omdat de pauzes geen relatie hebben met de exameninhoud. De duur van de pauzes mogen in het totaal niet meer dan een uur bedragen. De pauzes kunnen vooraf met de leerling worden afgesproken of de leerling geeft op het moment zelf aan dat hij of zij daar behoefte aan heeft.

Lettertype en lay-out

Sinds 2013 is Arial puntgrootte 12 de standaardletter voor het centraal examen. Dit lettertype is geschikt voor leerlingen met een leesbeperking. Een vergroting is niet meer nodig. De school mag de tekst ook niet meer zelf vergroten. Bij figuren als tabellen en grafieken kan een kleinere letter worden gebruikt. Indien nodig kan de leerling hiervoor van een gebruik maken van een loep of een leesliniaal/leespen.

Het is aan te raden om bij het schoolexamen standaard gebruik te maken van een goed leesbare lay-out door een schreefloos lettertype (zoals Arial of Calibri, 12 punts) te gebruiken en iets meer ruimte tussen de tekstregels toe te passen. A3-vergrotingen zijn dan in principe niet meer nodig. Deze vergrotingen zijn bovendien vaak niet erg praktisch te gebruiken, omdat ze veel plek in beslag nemen.

Auditieve ondersteuning

De directeur kan toestaan om de leerling gebruik te laten maken van auditieve ondersteuning of verklanking. Dit kan niet alleen toegestaan worden voor leerlingen met dyslexie, maar ook voor andere leerlingen die hier baat bij hebben. Denk aan leerlingen met Nederlands als tweede taal, leerlingen met ADHD die moeite hebben met lange stukken tekst lezen, of anderszins taalzwakke leerlingen. Hier hoeft geen deskundigenverklaring aan ten grondslag te liggen, maar het moet wel onderbouwd kunnen worden door de school, bijvoorbeeld vanuit het handelingsgericht werken. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van het IPPA-interview, zie Succesvol inzetten van dyslexiehulpmiddelen.

Verklanking kan tijdens het centraal examen op de volgende manieren worden geboden:

  • door middel van spraaksynthese waarbij de digitale tekst omgezet wordt in computerspraak
  • door een toezichthouder op verzoek incidenteel te laten voorlezen.
  • Bij digitale examens: hierbij is verklanking ingebouwd in Facet. De school legt vast wie hier gebruik van mag maken.

NB Met ingang van het examenjaar 2025 biedt het CvTE verklanking van de papieren centrale examens uitsluitend aan in de vorm van een pdf-bestand voor spraaksynthese. De Daisy audio cd’s worden niet meer geleverd als leesondersteuning. Voor talen waarvoor geen synthetische stemmen beschikbaar zijn (Fries, Grieks en Latijn) kan een voorlezer worden ingezet. 

De procedures voor het overzetten van spraaksynthesebestanden naar USB of naar een beveiligd netwerk staan omschreven in Hoofdstuk 12 van de brochure van het CvTE. Technische handelingen die voor een verantwoorde afname nodig zijn, mogen maximaal 90 minuten voor aanvang van het examen beginnen.

Spelling

Gebruik spellingcontrole

Een leerling met dyslexie mag bij het schoolexamen gebruik maken van een hulpkaart voor spelling óf van spellingcontrole. Bij het centraal examen is het gebruik van spellinglijsten en/of regelkaarten niet toegestaan. De regelgeving wat betreft het gebruik van de spellingcontrole is bij het centraal examen als volgt: wanneer het gaat om examens waarbij op spelling wordt beoordeeld, kan leerlingen met een dyslexieverklaring worden toegestaan de spellingcontrole in te schakelen (CvTE). Dit betreft de volgende centrale examens: Nederlands vwo, Nederlands havo, Nederlands GL/TL, Nederlands KB – papier en Nederlands BB – papier. Alleen als de kandidaat dan nog daadwerkelijk spellingfouten maakt, worden volgens het correctievoorschrift punten in mindering gebracht.

Bij de centrale examens waar niet op spelling wordt beoordeeld mag de spellingcontrole aan blijven staan bij alle leerlingen die gebruik maken van een computer.

Correctievoorschrift spelling

Tijdens het centraal examen gelden voor alle kandidaten, dus ook de kandidaten met dyslexie, dezelfde regels voor de beoordeling van spelfouten. Bij het schoolexamen bepaalt de school zelf in welke mate spelling meeweegt bij de correctie. Ook hierbij gelden de correctievoorschriften voor álle leerlingen. Een aangepaste beoordeling voor alleen leerlingen met dyslexie is dus niet toegestaan. Bij het centraal examen weegt spelling voor ongeveer 10% mee in het totaal aantal te behalen scorepunten voor dat examen. Een leerling kan bij het centraal examen dus nooit meer dan (ongeveer) 1 punt aftrek van het totaalcijfer (van 1-10) krijgen voor spelling.

College voor de rechten van de mens

Scholen proberen belemmeringen, zo nodig met de hulp van het CvTE, zoveel mogelijk weg te nemen. Als ouders en/of de leerling van mening zijn dat de voorgestelde aanpassingen de belemmering niet of onvoldoende weg nemen, kunnen zij een klacht indienen bij het College voor de rechten van de mens. Het College bepaalt of er gehandeld is in strijd met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte.

Toewerken naar aanpassingen bij centraal examen

Bij het schoolexamen en centraal examen kunnen de mogelijke aanpassingen dus anders zijn dan bij reguliere toetsen (zie ook Toetsen in het voortgezet onderwijs). Leerlingen hebben begeleiding nodig om hierop voorbereid te worden. Denk hierbij ook aan het oefenen met auditieve ondersteuning wanneer de leerling dit bij het examen gaat gebruiken. Stapsgewijs kan het gebruik van hulpmiddelen of aanpassingen die niet zijn toegestaan worden afgebouwd richting het examen (SE en CE).

Dat betekent overigens niet dat daarmee deze hulpmiddelen en aanpassingen in de schoolperiode voorafgaand aan het examen ineens helemaal niet meer gebruikt mogen worden. Voor het onderwijs geldt immers dat scholen verplicht zijn om leerlingen met dyslexie de basisondersteuning te bieden die zij nodig hebben om het onderwijs te kunnen volgen. Dat betekent onder meer dat de school leerlingen doeltreffende aanpassingen en ondersteuning moeten bieden voor de gevolgen van hun belemmeringen, bijvoorbeeld door het gebruik van hulpmiddelen toe te staan. Dit is niet beperkt tot alleen leerlingen met dyslexie. Als leerlingen achterblijven in hun ontwikkeling zijn scholen verplicht om ondersteuning te bieden op grond van de zorgplicht. Dat geldt uitdrukkelijk voor de gehele schoolperiode, tot aan het examen (zie ook Weten | Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en FAQ | Is er zorgplicht voor de school met betrekking tot het bieden van compenserende hulpmiddelen?). Andersom betekent dat dus ook niet dat aanpassingen en hulpmiddelen dan alleen in de bovenbouw worden toegestaan of beschikbaar gesteld omdat toegewerkt wordt naar het gebruik van bijvoorbeeld voorleessoftware. Het bieden van een doeltreffende aanpassing geldt voor de gehele schoolperiode. Het hoeft niet altijd om dezelfde aanpassing te gaan, behoeftes kunnen immers veranderen.

Lees meer