Bij nieuwe talen moeten leerlingen nieuwe klank-tekenkoppelingen en spellingregels leren. Dit proces verloopt bij leerlingen met dyslexie moeizaam, omdat het automatiseren van klank-letterkoppelingen bij hen meer tijd kost. Vaak moeten woordrijtjes worden geleerd die geen betekenisvol verband met elkaar hebben, en dit helpt niet bij het leren. Dit artikel gaat in op hoe je leerlingen met dyslexie het beste kunt helpen bij de verschillende facetten van het leren van een vreemde taal.
Engels, Frans en Duits
Engels is minder klankzuiver dan het Nederlands, Duits en Frans zitten tussen Engels en Nederlands in. Klankzuiver wil zeggen dat er in het Nederlands voor de meeste klanken één uitspraak is. In het Engels is dit dus minder het geval, wat het lastiger maakt om woorden goed te lezen en schrijven.
Woorden leren
Net als in het Nederlands, is het goed om aandacht te besteden aan de morfologische opbouw van een woord. Ook in het Engels, Frans en Duits zijn er vaste stukjes die in meerdere woorden terug komen (denk bijvoorbeeld aan, -able in het Engels, - lich in het Duits en –ais in het Frans). Voor terugkerende lettercombinaties kunnen ezelsbruggetjes worden bedacht. Op deze manier krijgen leerlingen handvatten om veelvoorkomende lettercombinaties in woorden te herkennen en goed te kunnen schrijven.
Voor leerlingen met dyslexie kan een klank-spellingschrift goed werken. Hierin houden zij woorden bij die lastig zijn om te schrijven. Door te werken met kapstok-woorden verzamelen leerlingen per categorie woorden die bij elkaar horen in een overzicht.
Methodes bieden vaak software die gebruikt kan worden om te oefenen. Dit materiaal geeft vaak extra auditieve ondersteuning, die voor leerlingen met dyslexie van belang is. De sites StudyGo, Quizlet, BLOON en WOEF zijn voorbeelden van hoe leerlingen handig woordjes kunnen leren. Op Dyslexie Centraal staat een goed voorbeeld van hoe een overhoorprogamma zoals Quizlet geïmplementeerd kan worden. De aandacht kan in de les niet alleen uitgaan naar inhoudelijk leren, maar ook hoe leerlingen dit kunnen aanpakken. Door leerstrategieën te bespreken leren leerlingen hoe zij het beste met de stof kunnen omgaan. Zo is vaker kort oefenen, beter dan één keer lang. Het leereffect kan worden verhoogd wanneer de leerling het woord niet alleen opschrijft, maar ook intypt.
Lees meer
Meer informatie? Ga naar Vakspecifieke begeleiding bij mvt | Woordenschat.
Uitspraak
Leerlingen met dyslexie hebben baat bij expliciete instructie van de klank-tekenkoppelingen die in de moderne vreemde taal anders zijn dan in het Nederlands. Het helpt ook als de leerlingen dan een voorbeeldwoord hebben, zodat ze weten hoe deze klank dan klinkt. Ook bij uitspraak kunnen kapstokwoorden helpen. In het Engels kan de a op verschillende manieren klinken. Door een overzicht te maken van woorden waarin de a allemaal hetzelfde klinkt, kunnen leerlingen de uitspraak beter onthouden.
Spelling
Expliciete instructie voor de spellingregels is voor leerlingen met dyslexie noodzaak. Hierbij kan onderscheid tussen klankzuivere spelling en spelling worden gemaakt, waarbij leerlingen gebruik moeten maken van de regels. Dit vergt oefening en herhaling, voordat de regels zijn ingeslepen. In paragraaf 8.2 van het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs worden verschillende voorbeelden gegeven van Engelse, Duitse en Franse spellingregels met voorbeeldwoorden.
Grammatica
Om verwarring te voorkomen is goede afstemming met de Nederlands docent belangrijk. Taalkundige begrippen die de leerlingen bij Nederlands leren, komen met dezelfde naam terug bij de moderne vreemde taal. Ook om grammatica te oefenen kunnen leerlingen gebruik maken van software bij de methode of oefeningen op websites. Voor leerlingen met dyslexie die het niet voor elkaar krijgen om regels te automatiseren, kan het helpen om regelkaarten in te zetten. Hierop kunnen zij opzoeken welke regel ze moeten toepassen bij het schrijven van correcte zinnen.
Technisch lezen
Weinig woordkennis en verkeerde uitspraak kunnen het technisch lezen belemmeren. Soms zullen leerlingen met dyslexie niet begrijpen wat ze lezen, terwijl als ze het iemand anders horen uitspreken wel weten wat er wordt bedoeld. Het kan dus helpen om boeken te lezen met auditieve ondersteuning. Ook het kijken van series waarbij de ondertiteling in de taal gezet wordt die wordt gesproken, kan goed werken. Boekverfilmingen kunnen eerst gekeken worden, voordat het boek wordt gelezen. Voor leerlingen met dyslexie kan de kennis over het plot van het verhaal ondersteunen bij het technisch lezen van het boek.
Begrijpend lezen en schrijven
Om goed de leesstrategieën te kunnen gebruiken is het van belang dat de talige kennis, woordenschat en kennis van grammaticale structuren van de leerling voldoende zijn. Zie onze pagina begeleiding bij lezen en schrijven of bekijk hoofdstuk 7 van het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs voor meer adviezen voor begrijpend lezen. In dit hoofdstuk staan ook adviezen die voor het schrijven in moderne vreemde talen gelden. Aanvullend advies is om leerlingen tijdig met de conventies van het schrijven bij het Centraal Eindexamen bekend te maken. Wanneer ze een brief moeten schrijven is het belangrijk dat ze goed weten hoe vaste punten in zo’n brief eruit zien (bijvoorbeeld aanhef, datum en afsluiting).
Spreek- en luistervaardigheid
Voor leerlingen met dyslexie zijn spreek- en luistervaardigheid de onderdelen waarop zij kunnen compenseren. Het aanleren van luisterstrategieën is belangrijk, bijvoorbeeld om leerlingen duidelijk te maken dat ze niet altijd een tekst woord voor woord hoeven te begrijpen. Het is daarnaast ook belangrijk om leerlingen met dyslexie bij luistertoetsen voldoende tijd te geven.
Beoordeling van toetsen
Er zijn een aantal aanpassingen die in het algemeen gelden voor leerlingen met dyslexie tijdens het maken van examens. Kijk voor meer informatie op onze pagina over examens in het voortgezet onderwijs.
Er zijn daarnaast nog specifieke aanpassingen die gedaan kunnen worden bij de moderne vreemde talen. Bijvoorbeeld hoe er wordt omgegaan met spellingfouten. Er kunnen afspraken gemaakt worden wanneer spellingfouten meetellen. Bij een toets die een andere hoofdvaardigheid dan spelling meet, zou spelling niet te veel van invloed moeten zijn op het resultaat. Er kan ook onderscheid gemaakt worden door twee cijfers te geven voor geschreven werk: één cijfer voor inhoud en één cijfer voor spelling. Voor leerlingen is het fijn wanneer deze regels binnen de hele school gelden. Hierbij kan ook hetzelfde regelement zoals bij het eindexamen gehanteerd wordt gebruikt worden. Daar telt spelling wel mee, maar er kan een beperkt aantal punten voor worden afgetrokken van het eindcijfer.