VO | Woorden leren met Quizlet

Laatst bijgewerkt op

Deze pagina beschrijft het goede voorbeeld van Petra Beuk (dyslexiecoördinator) en een docent Engels van het Fioretti College volgens het beschrijvingskader goede voorbeelden van het Stimuleringsprogramma Aanpak Dyslexie. Beschrijving is gemaakt door Marzenka Rolak en Petra Beuk.

Klik op onderstaande links om snel naar de verschillende onderdelen te gaan:

 

Korte beschrijving van het goede voorbeeld

Petra Beuk, dyslexiecoördinator van het Fioretti College, en een docent Engels besluiten samen een pilot met Quizlet aan te gaan om alle leerlingen te ondersteunen bij het leuker en efficiënter leren van Engels woorden.

Quizlet is een handige online tool waarmee leerlingen in de les en thuis kunnen leren. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden om woorden te leren. Woorden kunnen multisensorisch (met gebruik van meerdere zintuigen) worden aangeboden: luisteren, schrijven en lezen. Daarnaast zijn er werkvormen (‘Combineren’ en ‘Zwaartekracht’) die een spelelement bevatten of interactief ingezet kunnen worden in de (online) les (‘Live’). 

De dyslexiecoördinator heeft een belangrijke rol in de implementatie van Quizlet: zij laat de docenten samen met de docent Engels zien hoe het programma werkt en wat je ermee kan, zorgt dat alle lijsten voor de leerlingen in Quizlet staan, maakt een map voor de klas aan, nodigt alle leerlingen uit via hun schoolmail en informeert ouders over het gebruik en het aanmaken van een account. Vervolgens gaan de docent en de dyslexiecoördinator de eerste keer samen met de leerlingen klassikaal met Quizlet aan de slag. Er zijn werkkaarten voor het gebruik van Quizlet ter ondersteuning. Als de leerlingen die meedoen aan de pilot betere cijfers gaan halen, raken andere docenten van de vakgroep geïnteresseerd.

Het gebruik van Quizlet breidt zich ieder jaar verder uit naar andere vakgroepen; ook naar niet-talige vakken als aardrijkskunde en geschiedenis voor bijvoorbeeld het oefenen en leren van begrippen.

In dit voorbeeld beschrijven we de stappen die op deze school zijn genomen om Quizlet te implementeren. We beschrijven ook een aantal knelpunten en succesfactoren die de implementatie kunnen belemmeren of bevorderen.

Aanleiding, visie & doelen?

Aanleiding voor het zoeken naar een nieuwe vorm van overhoren was dat leerlingen het overhoorprogramma dat bij de methode hoort vaak saai vinden. De verwachting was dat het goed inzetten van een ander overhoorprogramma de leerlingen (met dyslexie, maar ook andere leerlingen) meer zou motiveren en hun leerresultaten zou verbeteren. Quizlet leek een goed alternatief bij een zoektocht naar gratis mogelijkheden. Wel belangrijk is om op te merken dat aan de docentenversie kosten verbonden zijn. Quizlet heeft als voordeel dat het veel overhoormogelijkheden bevat en dat de voortgang van leerlingen gevolgd kan worden. StudyGo zou ook een goede optie zijn geweest. De flitskaarten konden bijvoorbeeld uit de gratis versie van StudyGO worden gehaald. De keuze is simpelweg op Quizlet gevallen. Er was geen speciale voorkeur voor een van beide programma’s.

Aandacht voor implementatie nodig

Voor de pilot raden de docenten leerlingen regelmatig aan om een overhoorprogramma als Quizlet te gebruiken, maar docenten en leerlingen weten vaak niet hoe ze het programma het beste kunnen gebruiken. Alleen een naam van een programma met een linkje doorgeven, is niet voldoende om het programma effectief te gebruiken.

Een andere belemmering om Quizlet te gebruiken, is dat er geen goedgekeurde woordenlijsten zijn die leerlingen kunnen gebruiken. Bij leerlingen met dyslexie bestaat het risico (wanneer ze zelf de woordenlijst gaan maken) dat ze woorden verkeerd overnemen uit het boek en zo verkeerd geschreven woorden oefenen. Verder kost het invoeren van woorden veel tijd. Dat maakt dat leerlingen het programma niet altijd gebruiken als er geen woordenlijsten beschikbaar zijn. Door dit centraal te regelen, kan het programma beter worden ingezet. Daarnaast kunnen met een docentenaccount van Quizlet de leerlingen gevolgd en waar nodig bijgestuurd worden.

Het proces van ontwikkeling, uitvoering en implementatie

Praktische zaken

De dyslexiecoördinator en docent Engels waren samen bereid om met één klas een pilot aan te gaan zodat het online overhoorprogramma op kleine schaal uitgeprobeerd kon worden. Daarvoor is een Quizlet docentaccount aangeschaft waarmee je je klas kan volgen, eigen audio en afbeeldingen kan toevoegen en documenten kan scannen om lijsten te digitaliseren. De docent levert alle woordenlijsten van de methode voor de betreffende klas digitaal in Excel aan. Docenten krijgen deze lijsten vaak vanuit de methode of uitgever. Die kunnen dan in een keer in Quizlet worden overgezet en de woorden hoeven niet stuk voor stuk handmatig te worden ingevoerd. Het hoeft ook niet per se om woorden te gaan; het mogen ook zinnen zijn of onregelmatige werkwoorden. Bij zaakvakken kan je er ook vraag-antwoordlijsten van maken.

Om het gebruik van Quizlet goed te laten verlopen maken de dyslexiecoördinator en de docent afspraken over de benamingen van de lijsten en klassen. De dyslexiecoördinator informeert vervolgens de collega’s over de pilot.

Het voorbereidende werk in Quizlet wordt in eerste instantie door de dyslexiecoördinator gedaan. In een later stadium kan de docent of iemand die docenten en de dyslexiecoördinator administratief kan ondersteunen dit oppakken. Het gaat om daarbij om de volgende taken:

  • het importeren van de woordenlijsten in Quizlet;
  • het aanmaken van klassen en het toevoegen van lijsten aan de klassen;
  • het maken van werkkaarten (zie deze voorbeeldwerkkaarten waarin stap voor stap wordt uitgelegd hoe een account kan worden aangemaakt en hoe Quizlet gebruikt kan worden;
  • Uitnodigen van de leerlingen via hun schoolmailadressen om lid te worden van de Quizlet-klas;
  • het mailen van de ouders van de leerlingen met instructies voor het aanmaken van een Quizlet-account;
  • de docent instellen als beheerder van de Quizlet klassenmap, zodat de docent de leerlingen kan volgen en monitoren.

Inhoudelijke samenwerking

De implementatie is heel bottom-up verlopen. De dyslexiecoördinator laat eerst aan de docent zien hoe Quizlet werkt, wat de mogelijkheden zijn. Daarna legt de mentor in de mentorles uit hoe de schoolmail werkt en hoe leerlingen de uitnodiging voor Quizlet kunnen accepteren. De dyslexiecoördinator laat samen met de vakdocent aan de leerlingen zien hoe Quizlet werkt.

Vervolgens gaan de leerlingen met behulp van de werkkaarten zelfstandig aan de slag met Quizlet. De leerlingen kunnen daarbij ook met de spellen ‘Combineren’ en ‘Zwaartekracht’ oefenen en tegelijk ook tegen elkaar spelen (dat wil zeggen in het geval van Engels: de juiste vertaling van een woord geven). Alleen de beste drie zijn zichtbaar. Met de optie ‘Live’ kan de docent leerlingen in groepjes of individueel tegen elkaar laten spelen. Bij het spelen in groepjes moeten ze samenwerken, want maar één leerling heeft het goede antwoord. Het gaat hierbij dus niet om snel werken, maar om goed samenwerken.

Ondertussen volgt de docent hoe de leerlingen thuis met Quizlet werken via het docent-account. Bij het bespreken van de toets koppelt de docent de feedback aan hoe er met Quizlet geoefend is. Zo kunnen de toetsscores op schrijven (vooral het spellen van woorden) bijvoorbeeld beter zijn naarmate er meer geoefend is met de onderdelen ‘speller’ en ‘schrijven’.

Na de eerste pilotfase met één klas en één docent presenteren de dyslexiecoördinator en de docent Engels de resultaten en bevindingen van de pilot aan de vaksectie. Hieruit volgt het besluit van de vaksectie Engels om Quizlet voor alle klassen te gaan gebruiken.

De dyslexiecoördinator vraagt daarom alle woordenlijsten voor alle klassen bij de docenten op, die ze digitaal aanleveren. De dyslexiecoördinator herhaalt de voorbereidende acties die zij ook voor één klas in de eerste pilotfase heeft gedaan. Aan het einde van het schooljaar haalt de dyslexiecoördinator alle leerlingen uit de ‘oude’ klassen in het Quizlet-systeem en nodigt ze uit voor de volgende klas.

Na de eerste pilotfase kunnen docenten van de vaksectie Engels de taken rondom Quizlet stukje bij beetje overnemen van de dyslexiecoördinator. Doorgaans is dit een proces van een aantal jaar. Het is belangrijk dat de dyslexiecoördinator er enerzijds voor zorgt dat verantwoordelijkheid wordt overgedragen en anderzijds dat het proces blijft lopen en niet stagneert door overvraging van de docenten en vaksecties. Nieuwe docenten krijgen bijvoorbeeld standaard voorlichting van de dyslexiecoördinator over de ondersteuning die geboden wordt bij dyslexie, zoals de inzet van Quizlet. Daarnaast zijn sectie-overleggen waar ook aandacht wordt besteed aan het gebruik van Quizlet. Om te zorgen dat iedereen goed bij de benodigde informatie kan komen is er een gemeenschappelijk toegankelijke drive waarop achtergrondinformatie en de werkkaarten te vinden zijn.

Het resultaat: wat heeft het goede voorbeeld opgeleverd?

Er is geen (wetenschappelijk) effectonderzoek gedaan naar de inzet van Quizlet. Dit zou een mogelijk vervolg kunnen zijn. Uit de cijfers van de leerlingen kon wel worden opgemaakt dat zij in de periode dat er van Quizlet gebruik is gemaakt betere cijfers haalden voor Engels. Dat betekent succes voor de leerlingen en voor de docenten. De betere resultaten uit de eerste pilotfase, hebben ervoor gezorgd dat ook docenten die in eerste instantie niet enthousiast waren, wilden deelnemen aan het vervolg met Quizlet. Daarnaast werkt de spelvorm (met wedstrijdelement) in de klas met Quizlet Live motiverend voor de leerlingen. Aan het begin van het nieuwe schooljaar, gaven de leerlingen zelfs aan weer van de Quizlet lijsten gebruik te willen maken. Tijdens de dyslexieondersteuning is de leerlingen met dyslexie expliciet gevraagd naar hun ervaringen. Ook deze leerlingen zijn hier positief over en komen zelf terug om weer te vragen naar nieuwe lijsten om mee te werken. Docenten konden op basis van de informatie in het docent-account (vorderingen van leerlingen, de geïnvesteerde tijd en het type oefeningen dat ze gedaan hebben) gerichter feedback geven aan de leerlingen.

Daarnaast kan het gebruik van Quizlet leerlingen met dyslexie helpen bij het leren van een taal. Mochten zij ondanks intensief oefenen (zoals met Quizlet is aan te tonen) en de inzet van alternatieve strategieën geen vooruitgang boeken, dan kunnen deze gegevens gebruikt worden voor de onderbouwing van een (gedeeltelijke) dispensatie.

Proces van borging en verankering

Om het gebruik van Quizlet te borgen en verankeren, ook na afronding van de pilot, is het belangrijk om afspraken te maken over de taakverdeling en deze vast te leggen. De werkkaarten voor leerlingen en ouders ondersteunen het gebruik thuis. De dyslexiecoördinator nodigt ieder jaar alle leerlingen uit voor hun nieuwe Quizlet-klas en verwijdert leerlingen uit hun oude Quizlet-klas. Op termijn kan dit een taak van de vaksecties worden. Als een docent weggaat is het handig om het gekoppelde e-mailaccount te wijzigen zodat de lijsten, audio en afbeeldingen niet verloren gaan. Belangrijk is dat er voor docenten een aanspreekpunt blijft waar ze terecht kunnen met vragen. De dyslexiecoördinator kan bijvoorbeeld de nieuwe docenten instrueren over het gebruik van Quizlet. Daarnaast is belangrijk dat de docenten ieder jaar voorlichting geven aan de leerlingen over het gebruik van Quizlet. Een tip is om hierbij leerlingen in te schakelen die goed en met plezier werken met Quizlet en het gebruik ervan aan andere leerlingen of aan ouders op een ouderavond kunnen demonstreren.

Knelpunten en succesfactoren

Een belangrijke succesfactor is klein beginnen, met één klas en een gedreven dyslexiecoördinator en een enthousiaste taaldocent die samen een pilot willen aangaan. Het is daarbij wel handig dat de taaldocent of de dyslexiecoördinator ervaring heeft met het gebruik van Quizlet. Trek ook voldoende tijd uit: ongeveer een half jaar voor de eerste pilotfase en anderhalf jaar voor de tweede pilotfase met een grotere groep (betrokken) docenten. Docenten moeten zich ook verantwoordelijk voelen voor het goed gebruiken van Quizlet. De verantwoordelijkheid moet niet alleen bij de leerlingen en hun ouders worden gelegd. De mogelijkheden van het programma kunnen het beste in kleine stapjes worden aangeboden aan docenten. Iemand uit de vaksectie of de dyslexiecoördinator blijft het project monitoren en zet het op de agenda van sectie-overleggen. Tijdens de sectie-overleggen wordt ook met elkaar geëvalueerd. Wat betreft de woordenlijsten helpt een naamgeving van de mappen en woordenlijsten, die ook voor de leerlingen makkelijk te koppelen zijn aan de lijsten in hun boek. De woordenlijsten kunnen worden afgestemd op de leerlingen door plaatjes en eigen audio toe te voegen.

Het was een uitdaging om alle docenten mee te krijgen. Sommige docenten gaven aan dat ze al beschikken over een overhoorprogramma bij de methode. Door als dyslexiecoördinator of docent zelf ook overtuigd en enthousiast te zijn over de werking van het programma kregen ze de andere docenten mee. Het was heel waardevol om de praktische werking te laten zien. Mensen willen graag zien dat het werkt. Door klein te beginnen met een pilot worden die resultaten heel tastbaar. Belangrijk om bij die pilot ook te blijven doorzetten en niet gelijk bij een tegenslag op te geven. Daarnaast werkte het enthousiasme van de leerlingen en docent ook aanstekelijk en de goede resultaten van de leerlingen deden hier nog een schepje bij bovenop.

Een knelpunt was dat er iemand moet zijn voor het administratieve stukje: alle lijsten in Quizlet invoeren, klassenmappen aanmaken, docenten beheerder maken, leerlingen uitnodigen en verwijderen, beheerders wijzigen. Het is hierbij van belang om echt oplossingsgericht te blijven werken en niet te blijven hangen in problemen.

Overdraagbaarheid naar een andere praktijk, situatie of context

Met dit voorbeeld laten we zien dat het gebruik van een dergelijk overhoorprogramma kan leiden tot betere cijfers bij leerlingen. Dit zorgt voor meer motivatie bij zowel de leerlingen als de docenten. Wilt u ook een overhoorprogramma op school implementeren? Ons advies is om kleinschalig te beginnen met een enthousiaste docent met ondersteuning van bijvoorbeeld de dyslexiecoördinator. Hiermee krijg je zicht op wat werkt op de school en dit kan vervolgens worden uitgebreid.

Concrete aanwijzingen en materialen

Werkkaarten