Een basisschool heeft zorgplicht en moet leerlingen die dat nodig hebben extra ondersteuning geven. Kinderen die aan het eind van groep 2 opvallen tijdens de observaties van de leerkracht, krijgen al direct in groep 3 extra ondersteuning bij het leren lezen en de spelling. Deze ondersteuning bestaat uit extra instructie en oefenen in de klas. Bij andere kinderen blijkt pas later dat het leren lezen en spellen minder vlot gaat. Ook deze kinderen krijgen extra ondersteuning. Je kunt de leerkracht vragen hoe dit in de klas van jouw kind geregeld is.
Bij de meeste kinderen helpt deze extra ondersteuning voldoende, maar een klein deel van de kinderen heeft niet genoeg aan de extra ondersteuning. De leerkracht of zorgspecialist van de school zal deze kinderen individueel begeleiden. De zorgspecialist spreekt samen met de groepsleerkracht af hoe het kind het beste geholpen kan worden. Daarnaast kan aan ouders gevraagd worden om thuis extra te oefenen. De meeste kinderen gaan met de extra ondersteuning op school voldoende vooruit. Dan is er sprake van een leesprobleem en niet van dyslexie. Een klein deel van de kinderen die extra lees- en spellingonderwijs krijgen, gaat nog niet genoeg vooruit. Dit zijn de kinderen die mogelijk dyslexie hebben en doorverwezen kunnen worden voor een dyslexie-onderzoek bij een zorginstelling.
Kijk voor meer informatie over het dyslexie-onderzoek op Weten | Wat houdt een onderzoek naar dyslexie in? en Weten | Wie betaalt het onderzoek en de behandeling van dyslexie?
Voor het kunnen vaststellen van dyslexie door een zorginstelling, is het belangrijk dat de school een dossier bijhoudt met daarin de toetsresultaten van je kind, welke extra ondersteuning je kind heeft gehad, hoe vaak die extra ondersteuning is gegeven en wat het resultaat hiervan is.
De basisschool blijft extra ondersteunen, ook na een onderzoek
Als blijkt dat je kind dyslexie heeft, geeft de zorginstelling adviezen over de manier waarop jullie daar thuis mee kunnen omgaan en over de manier waarop de school ondersteuning kan geven. De school moet zorgen voor aanpassingen waardoor het kind onderwijs kan volgen dat past bij zijn mogelijkheden. De manier waarop de school je kind kan ondersteunen, is beschreven in de Protocollen Leesproblemen en Dyslexie. Er zijn protocollen voor groep 1-2, voor groep 3, voor groep 4 en voor groep 5-8. Je kunt de leerkracht van je kind of de zorgspecialist op school vragen of zij de protocollen kennen en gebruiken.
De zorgspecialist op de basisschool Elke basisschool heeft een Intern Begeleider (IB’er) die leerkrachten en ouders helpt met hulpvragen over kinderen. Sommige scholen hebben een Remedial Teacher, die kinderen met leerproblemen ondersteunt. Op scholen voor speciaal onderwijs of bij een schoolkoepel (samenwerkingsverband) kunnen nog meer zorgspecialisten werken, zoals bijvoorbeeld een logopedist of pedagoog.
|
Mogelijke aanpassingen voor je kind op de basisschool
Er bestaan mogelijkheden om voor kinderen met dyslexie aanpassingen te maken op school. Tot en met groep 4 worden die aanpassingen meestal niet ingezet. Het is namelijk belangrijk dat kinderen eerst zo goed mogelijk leren lezen en schrijven. Daarom kan de leerkracht of de zorgspecialist ook in de bovenbouw afraden om aanpassingen te gebruiken. Overleg altijd met de school, de zorgspecialist en eventueel de behandelaar van je kind over de inzet van hulpmiddelen en wat er mogelijk is tijdens de lessen op school.
Er zijn twee soorten aanpassingen mogelijk: compenserende aanpassingen en dispenserende aanpassingen. Bij compenseren gaat het over het ondersteunen van je kind bij het uitvoeren van de lees- en spellingtaken, waardoor de belemmering die je kind door de dyslexie ervaart, worden verminderd of weggenomen. Compenserende aanpassingen zijn bijvoorbeeld: meer tijd voor toetsen, teksten in groter lettertype bij toetsen of de computer gebruiken in plaats van met de pen schrijven. Bij dispenseren gaat het over het deels of helemaal niet meer hoeven uitvoeren van de lees- en spellingtaken. Dispenserende aanpassingen zijn bijvoorbeeld: voorleesbeurten overslaan, mondelinge toetsen in plaats van schriftelijke toetsen, spellingfouten niet of minder zwaar meerekenen of minder boeken lezen. Alle compenserende en dispenserende aanpassingen die zijn afgesproken voor jouw kind, worden beschreven in het leerlingdossier.
De keuze voor een middelbare school
Bij de keuze voor een school voor voortgezet onderwijs kun je onderzoeken hoe verschillende middelbare scholen in de omgeving omgaan met de ondersteuning voor kinderen met dyslexie. De zorgcoördinator, de dyslexiecoach of de remedial teacher van de middelbare school kunnen je vertellen welke ondersteuningsmogelijkheden de school biedt voor je kind met dyslexie.