Wanneer extra ondersteuning in lezen en/of spellen op school niet lijkt te helpen, kan er een onderzoek naar dyslexie worden gestart. Hieronder vind je meer informatie over de vergoeding van het onderzoek, wie het onderzoek uitvoert, waar in het onderzoek naar wordt gekeken en welke resultaten het onderzoek oplevert.
Vergoeding
In het basisonderwijs valt het onderzoek in de meeste gevallen binnen de ED-regeling (Ernstige Dyslexie). Dit betekent dat het onderzoek vergoed wordt. In sommige gevallen betalen ouders het onderzoek zelf (particulier onderzoek). Het onderzoek verloopt in beide gevallen hetzelfde.
Lees meer over de vergoeding van onderzoek en behandeling op onze pagina over de vergoedingsregeling.
Door wie?
Het dyslexieonderzoek wordt meestal op het kantoor van de zorginstelling uitgevoerd door een daartoe bevoegde psycholoog of orthopedagoog. Deze moet in het bezit zijn van een diagnostiekaantekening. Eindverantwoordelijke voor het onderzoek is altijd een GZ-psycholoog of orthopedagoog-generalist. Lees meer over hoe dit zit op de website van Stichting Dyslexie Nederland.
Op deze pagina vind je informatie om te beoordelen of de zorginstelling die het onderzoek uitvoert voldoet aan de kwaliteitseisen die zijn opgesteld door het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie.
Het onderzoek
Het onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen die hieronder worden uitgelegd.
Intakegesprek met ouders
Ten eerste vindt er een intakegesprek plaats met ouders. Hierin wordt uitgevraagd hoe de gehele ontwikkeling van het kind is verlopen. Het doel hiervan is informatie verkrijgen over het kind en mogelijke alternatieve verklaringen voor de lees- en/of spellingproblemen uit te sluiten.
Er wordt bijvoorbeeld gevraagd hoe de taal- en motorische ontwikkeling van het kind is verlopen, en of daar bijzonderheden in waren. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan hoe het op school gaat en tot nu toe is gegaan. Ook zal er worden nagevraagd of ouders voldoende gemotiveerd en in staat zijn om het huiswerk dat bij de behandeling hoort samen met het kind te maken.
Lees- en spellingtoetsen
Het niveau van het lezen en spellen van losse woorden wordt in kaart gebracht. Hiervoor worden gestandaardiseerde toetsen gebruikt, zodat er kan worden gekeken wat de achterstand is ten opzichte van klasgenoten. Kinderen lezen woordrijtjes waarbij gelet wordt op tijd en op nauwkeurigheid. Daarnaast wordt er een dictee op woordniveau afgenomen.
Dyslexietyperende factoren
Naast toetsen voor lezen en/of spellen, worden er andere taken afgenomen bij een kind met een vermoeden van dyslexie. Het gaat hierbij om factoren waarvan uit onderzoek blijkt dat die duiden op dyslexie. Een kind moet op minimaal 2 van de 6 factoren bij de laagste 10% horen om in aanmerking te komen voor een vergoede behandeling. Er wordt gekeken naar:
- de klank-tekenkoppeling: (1) hoe goed en (2) hoe snel een kind letters en klanken kan koppelen en herkennen.
- de fonologische vaardigheden: (3) hoe goed en (4) hoe snel een kind kan spelen met de losse klanken in een woord.
- de benoemsnelheid van zowel (5) cijfers als (6) letters.
Samen vormen deze drie onderdelen de zes factoren.
Intelligentie
Om daarnaast een beeld te krijgen van de intelligentie wordt er een IQ-test afgenomen. Er wordt onder andere gekeken naar semantische taalvaardigheden (zoals woordenschat en het kunnen leggen van verbanden tussen woorden) en de werking van het geheugen. Het doel hiervan is om mogelijke andere verklaringen voor de lees- en/of spellingproblemen uit te sluiten en om te kijken of het kind in staat is een behandeling goed te kunnen volgen. Het onderzoek naar de intelligentie geeft daarnaast ook aanknopingspunten voor de eventuele behandelaanpak.
Resultaten
Aan de hand van de verzamelde informatie bij bovenstaande onderdelen wordt er vervolgens in vier stappen naar de uiteindelijke conclusie toegewerkt:
- Is er sprake van ernstige lees- en/of spellingproblemen?
- Zijn er aanwijzingen voor dyslexie?
- Is er sprake van een dyslexietyperend profiel?
- Zijn er geen alternatieve verklaringen?
Als deze vier vragen met 'ja' kunnen worden beantwoord, wordt de behandelindicatie ernstige dyslexie (ED) afgegeven. Dat betekent dat de behandeling wordt vergoed. Wanneer ouders zelf betalen voor de behandelingen, is het niet nodig om bovenstaande vragen allemaal met ‘ja’ te kunnen beantwoorden. Voor het afgeven van de verklaring is het, zowel binnen de ED-regeling als particulier, nodig dat vraag 1, 2 en 4 met ‘ja’ beantwoord kunnen worden.
Andere uitkomsten
Het onderzoek kan ook andere uitkomsten geven. Het kan zijn dat er geen sprake is van ernstige dyslexie, maar wel nog steeds van een lees- en/of spellingsprobleem. Er wordt dan geen behandelindicatie afgegeven, want er is geen sprake van een dyslexietyperend profiel. Maar er is nog wel extra ondersteuning nodig op school en thuis op het gebied van lezen of spellen.
Ook kan uit het onderzoek blijken dat er sprake is van comorbiditeit. Dat wil zeggen dat er naast dyslexie andere problemen zijn die mogelijk de behandeling in de weg staan. Bijvoorbeeld als er ook sprake is van ADHD, wat een belemmering kan vormen voor de uitvoering van de behandeling. Wanneer de onderzoeker denkt dat de behandeling daardoor niet zinvol is, wordt er geen behandelindicatie voor dyslexie afgegeven of eerst ingezet op een behandeling van de ADHD-problematiek. Het kan namelijk zo zijn dat de ADHD-behandeling (indirect) de lees- en spellingprestaties verbetert. Wanneer er sprake blijft van lees- en/of spellingproblemen, kan alsnog een dyslexiebehandeling worden ingezet.