Terug naar de Scan Leesproblemen en Dyslexie groep 3-8
Beschrijving van het verbeterdomein
Dit ondersteuningsniveau betreft het onderwijs dat voor alle leerlingen wordt verzorgd op het gebied van lezen en spellen. Het gaat hierbij om de kwaliteit van het inhoudelijk aanbod, de daaraan bestede onderwijstijd, signalering van lees- en/of spellingproblemen, de monitoring van resultaten en de manier waarop leraren het onderwijs afstemmen op de leerbehoefte van de leerlingen.
Inspirerende bronnen
De leerkracht speelt een cruciale rol in het verzorgen van goed lees- en spellingonderwijs voor alle leerlingen. Directe instructie vormt daarbij de basis. Het traditionele directe instructiemodel is beschreven in de Protocollen Leesproblemen en Dyslexie voor groep 3 (p. 55-62), groep 4 (p. 53-61) en groep 5-8 (p. 62-70). Latere varianten van directe instructie zijn het Activerende Directe Instructie (ADI)-model en Interactieve, Gedifferentieerde, Directe Instructie (IGDI)-model. In deze uitwerkingen is nóg meer aandacht voor frequente interactie, door middel van modeling (voordoen van handelingen), voor feedback en voor het activeren van leerlingen. In deze modellen worden leerkracht- en leerlinggestuurd leren steeds meer gecombineerd.
Richtlijnen voor de onderwijstijd voor lezen en taal zijn beschreven in kwaliteitskaarten Tijd voor lezen en taal po (Förrer & Leenders) en Tijd voor lezen en taal s(b)o (Wentink, Goudswaard & Scheltinga). Daarnaast zijn op de website Dyslexie Centraal artikelen te vinden over kenmerken van goed lees- en spellingonderwijs. Het stimuleren van plezier in lezen en spellen komt aan bod in het artikel Stimulerende leeromgeving. In de Protocollen Leesproblemen en Dyslexie is dit verder uitgewerkt voor groep 3 (p. 43-67), groep 4 (p. 41-68) en groep 5-8 (p. 43-78). In het Protocol voor groep 5-8 worden op p. 166-169 ook adviezen gegeven voor de ondersteuning van leerlingen met dyslexie bij lezen en schrijven in het Engels. De Checklist Methode voor aanvankelijk lezen en de Checklist Methode voor voortgezet lezen kan gebruikt worden om te controleren of de methode die gebruikt wordt voldoet aan de belangrijkste kenmerken van een goede methode. In de kwaliteitskaart ‘Gebruik-maken-van-toetsresultaten.-Voorwaarden-op-groeps-school-en-bestuursniveau’ (Cijvat & Bloemendaal) zijn de randvoorwaarden beschreven om resultaten van het leerlingvolgsysteem te gebruiken voor het vormgeven van het onderwijs. Ook het 4D- model kan bruikbaar zijn om planmatig en doelgericht te handelen. Dit model (Joosten & Vergunst-Duijnhouwer, 2013) onderscheidt vier stappen :
4D-model |
---|
|