Signaleren in groep 4 tot en met 8

Laatst bijgewerkt op

Sommige kinderen ontwikkelen zich minder goed in het lezen en spellen en hebben extra ondersteuning nodig. In dit artikel wordt uitgelegd wat de risicofactoren zijn voor lees- en spellingproblemen in groep 4 tot en met 8.

Veel van de kenmerken die bij groep 3 zijn genoemd, gelden ook voor de leerlingen die al verder zijn met lezen en spellen. De problemen kunnen echter ernstiger worden. Er worden steeds hogere eisen gesteld aan de lees- en schrijfvaardigheid van leerlingen.

Risicofactoren

De risicofactoren die hieronder worden genoemd, komen dus sterk overeen met die genoemd bij groep 3. Doordat er hogere eisen worden gesteld aan de lees- en schrijfvaardigheid van leerlingen komen er risicofactoren bij. Leerkrachten kunnen deze problemen signaleren door toetsresultaten te analyseren, maar een aantal van de factoren zal ook in de les opvallen. Het is verstandig om dit soort observaties ook vast te leggen, naast de toetsresultaten die worden gedocumenteerd. Op basis hiervan kan de begeleiding van lees- en/of spellingproblemen worden afgestemd.

Bij lezen gaat het om de volgende factoren:

  • Woorden worden traag en spellend gelezen
  • Woorden worden radend gelezen
  • Woorden worden fout gelezen
  • Lezen van teksten verloopt niet vloeiend
  • (Stil)lezen van teksten bij andere vakken verloopt traag
  • Vermijdingsgedrag bij en/of hekel aan hardop lezen

Bij spellen gaat het om de volgende factoren:

  • Woorden worden fout gespeld
  • Woorden worden traag gespeld
  • Kennis van spellingregels en –patronen wordt niet goed toegepast
  • Schrijfactiviteiten verlopen moeizaam en/of traag
  • Spellingregels worden niet of moeizaam in schrijfactiviteiten toegepast
  • Fouten worden niet gecorrigeerd door de leerling zelf
  • Geen inzicht in de opbouw van het spellingsysteem