Hoe ondersteunt de middelbare school mijn kind met dyslexie?

Laatst bijgewerkt op

De diagnose dyslexie wordt vaak gesteld op de basisschool. Het komt ook voor dat een kind op de basisschool de diagnose nog niet heeft gekregen, maar dat op het voortgezet onderwijs toch blijkt dat er sprake is van dyslexie. De school kan uit de overdracht van het basisonderwijs opmaken of er een vermoeden is van lees- of spellingproblemen. Veel scholen voor voortgezet onderwijs nemen in de brugklas een signaleringstoets af. De school bepaalt vervolgens of er aanleiding is voor verder onderzoek.

Kijk voor meer informatie over het dyslexie-onderzoek op Weten | Wat houdt een onderzoek naar dyslexie in? en Weten | Wie betaalt het onderzoek en de behandeling van dyslexie?

Een school mag een kind met een beperking niet weigeren vanwege die beperking. Ze mogen het kind ook geen lager onderwijstype laten volgen vanwege de beperking. De school moet zorgen voor aanpassingen waardoor het kind onderwijs kan volgen dat past bij zijn mogelijkheden. Alleen als die aanpassing echt teveel vraagt van de school, mag de school weigeren. Dit is geregeld in de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz). De school mag de leerling dan niet uitschrijven, maar is verplicht om samen met de ouders en de leerling te zoeken naar een passende plek. Dat is geregeld in de Wet Passend Onderwijs.

Extra ondersteuning op de middelbare school

De school kan je kind extra ondersteuning bieden op verschillende gebieden:

  • sociaal-emotionele ondersteuning, bijvoorbeeld door een dyslexiecoach
  • pedagogisch-didactische ondersteuning, bijvoorbeeld door een remedial teacher
  •  ondersteuning bij Nederlands en de vreemde talen door een remedial teacher of door de vakdocent

Of een school deze vormen van ondersteuning biedt en hoe de ondersteuning eruit ziet, kan per school verschillen. Als de school deze ondersteuning niet aanbiedt, kun je ook overwegen om zelf ondersteuning in te schakelen.

Zorgcoördinator, dyslexiecoach en remedial teacher

Elke middelbare school heeft een zorgcoördinator. Een zorgcoördinator is er voor verantwoordelijk dat leerlingen met extra behoefte aan ondersteuning herkend worden en dat ze deze ondersteuning ook werkelijk krijgen.

Een dyslexiecoach helpt leerlingen met dyslexie bij de sociaal-emotionele ontwikkeling en bij de manier waarop ze in het dagelijks leven omgaan met hun dyslexie.

Een remedial teacher helpt leerlingen met leerproblemen om te leren, door extra oefenen en door te zoeken naar een geschikte aanpak voor het aanleren van de leerstof.

Mogelijke aanpassingen voor je kind op de middelbare school

Er zijn twee soorten aanpassingen mogelijk: compenserende aanpassingen en dispenserende aanpassingen.

Bij compenseren gaat het over het ondersteunen van je kind bij het uitvoeren van de lees- en spellingtaken, waardoor de belemmering die je kind door de dyslexie ervaart, worden verminderd of weggenomen. De meeste scholen bieden voor leerlingen met dyslexie de mogelijkheid om extra tijd te krijgen bij toetsen en examens. Maar ook andere compenserende aanpassingen zijn mogelijk, bijvoorbeeld een groter lettertype op de toetsen of gebruik van de computer met spellingcontrole.

Bij dispenseren gaat het over het deels of helemaal niet meer hoeven uitvoeren van de lees- en spellingtaken. Dispenserend aanpassingen zijn bijvoorbeeld: voorleesbeurten overslaan, mondelinge toetsen in plaats van schriftelijke toetsen, spellingfouten minder zwaar meerekenen, minder boeken lezen of minder vreemde talen kiezen. Er zijn voor de meeste dispenserende maatregelen geen standaardregels, dat wil zeggen dat je kind daar niet automatisch recht op heeft. De school bepaalt, in overleg met het kind en de ouders, welke vrijstelling verleend wordt. De school heeft daar geen toestemming van de onderwijsinspectie voor nodig, maar moet wel goed kunnen uitleggen welke vrijstelling ze geven en waarom. Ze moeten dit goed beschrijven en onderbouwen in het onderwijsperspectief (OPP) van je kind. Bij dispenserende maatregelen is het belangrijk om na te gaan wat je kind later nodig zal hebben, bijvoorbeeld om het eindexamen te halen, bij een vervolgopleiding, bij zijn beroepskeuze of in het dagelijks leven.

Alle compenserende en dispenserende aanpassingen die zijn afgesproken voor jouw kind, worden beschreven in het leerlingdossier. De meeste middelbare scholen werken ook met een dyslexiekaart. Op een dyslexiekaart staan de afspraken die voor alle leerlingen met dyslexie gelden en ook de afspraken die speciaal met jouw kind zijn gemaakt. Je kind kan de kaart op zijn tafel leggen of gebruiken voor een gesprek met een leraar over de aanpassingen die voor hem gelden.

Aanpassingen bij het eindexamen

Het centraal examen is een standaard examen, dat landelijk wordt afgenomen. Voor het gebruiken van compenserende en dispenserende maatregelen bij de examens bestaan regels. De regels die hiervoor gelden worden elk jaar bepaald door het College voor Toetsen en Examens (CvTE) en beschreven in een brochure ‘Kandidaten met een beperking’. In de brochure kunnen scholen lezen welke maatregelen voor het centraal examen in het komende schooljaar gelden. De brochure verschijnt in september en wordt elk jaar opnieuw uitgegeven. De regels kunnen namelijk jaarlijks worden aangepast.

Een van die regels is dat een examenkandidaat alleen aanpassingen mag gebruiken die hij tijdens zijn opleiding ook al gebruikte. Houd daar rekening mee met afspraken die je kind maakt over hulpmiddelen in de eerdere leerjaren. Dit betekent overigens niet dat een kind automatisch recht heeft op de aanpassing tijdens het examen die hij eerder heeft gehad tijdens lessen en toetsen.

Bij het centraal examen is het niet toegestaan om aanpassingen te maken die ervoor zorgen dat de eis waaraan de leerling moet voldoen, lager wordt. Voor een leerling met dyslexie gelden dezelfde regels voor de beoordeling als voor andere leerlingen. De school moet alle aanpassingen bij het centraal examen melden bij de onderwijsinspectie. Voor aanpassingen die niet in de brochure ‘Kandidaten met een beperking’ staan, moet de school toestemming vragen aan het College voor Toetsen en Examens.