In de gemeente Kampen heeft zorgaanbieder Papillon een kleine pilot opgezet waarin zij kinderen preventief helpen op de school. Dit doen ze met de methode Taal in blokjes. In deze pilot kregen scholen steun bij de inrichting van ondersteuningsniveau 3 én werden kinderen eerder geholpen.
Charlotte Kikkert, Papillon Kampen
Aanleiding
Het idee voor een meer preventieve aanpak ontstond zo’n vijf jaar geleden bij orthopedagoog Charlotte Kikkert van Papillon Kampen. Naar aanleiding van een voorbeeld in de regio Brabant en de worsteling die zij zag bij veel scholen om ondersteuningsniveau 3 goed in te richten, probeerde ze een pilot op te zetten in de regio Kampen. Papillon besloot scholen RT-tijd aan te bieden, waarbij leerlingen op ondersteuningsniveau 3 op school geholpen zouden worden door een externe rt’er. Doel was dat kinderen eerder geholpen zouden worden en er minder kinderen doorverwezen werden naar de zorg.
Samen aan de slag
Papillon maakte een plan met uren en kosten: de zorgaanbieder betaalde de personele kosten (tijd van de rt’er) en de school zorgde voor de ruimte en het materiaal. Later sloot ook de gemeente aan. Zij zagen de kosten voor dyslexiezorg stijgen en wilden meewerken om het aantal kinderen dat doorverwezen wordt terug te dringen door hen eerder op de school de ondersteuning te geven die ze nodig hebben. Uiteindelijk heeft de gemeente de personele kosten gedragen en zijn de zorggelden dus binnen het onderwijs besteed.
Hoewel het aanbod voor ‘gratis’ externe ondersteuning op ondersteuningsniveau 3 door Papillon bij veel scholen in de regio is neergelegd, was er in eerste instantie weinig animo vanuit de scholen. Veel scholen waren net gestart met Bouw! en wilden niet daarnaast met Taal in blokjes starten. Uiteindelijk is het gelukt om 1 school enthousiast te krijgen voor de preventieve aanpak. Er is een groepje samengesteld van vier leerlingen uit groep 5 die ondersteuning van de externe rt’er kreeg. Die ondersteuning bestond uit twee keer in de week intensieve begeleiding op niveau 3 voor lezen en spellen gedurende een half jaar. Tussentijdse metingen (hoofd- en tussenmetingen) zijn door zowel de externe rt’er als ib’er van de school afgenomen. De ib’er was erg betrokken bij de interventie. Daarnaast was de klassenassistent de laatste periode aanwezig bij de ondersteuningsmomenten en kon er een uitwisseling van kennis plaatsvinden tussen de zorgaanbieder en de school. De leerlingen kregen opdrachten mee voor in de klas, en op die manier werd ook de leerkracht er zijdelings bij betrokken. Zelfs in coronatijd is de extra hulp doorgezet: de leerlingen konden terecht in de praktijk van de rt’er en een leerling sloot aan via beeldbellen. Het resultaat was dat alle leerlingen een vooruitgang lieten zien, met name bij het woordendictee en bij het lezen van woorden op de DMT toets. Uiteindelijk zijn twee van de vier leerlingen doorverwezen naar de zorg. Uiteraard kunnen we vanwege het kleine aantal leerlingen in deze pilot geen harde conclusies trekken.
De interventie Taal in blokjes
Papillon koos voor de interventie Taal in blokjes bij de ondersteuning op niveau 3, omdat ze daar in de dyslexiebehandelingen al positieve ervaringen mee hadden opgedaan. Taal in blokjes is een gestructureerd programma dat uitgaat van de klankstructuur van de Nederlandse taal. Het is de schoolversie van de F&L-methode (Fonologische en Leerpsychologische Methode). Het programma gebruikt vaste kleurafspraken voor klinkers en medeklinkers. De verschillende soorten klanken worden met gekleurde blokjes weergegeven waardoor de klankstructuur van de woorden zichtbaar wordt en het fonologisch bewustzijn gestimuleerd. De methode is multisensorieel: zowel visueel als auditief en motorisch (blokken van woorden, springen van klanken en klankgroepen etc.) zijn de kinderen bezig met klanken en de daarbij behorende lettertekens. Zowel de rt’er als de leerlingen hebben enthousiast met het materiaal van Taal in blokjes gewerkt.
Hoe nu verder?
De pilotschool is heel blij met de hulp die ze van Papillon hebben gekregen om ondersteuningsniveau 3 anders in te richten. Nu de pilot is afgerond, heeft de school besloten de NPO-gelden in te zetten voor externe rt, dit keer met een nieuw groepje leerlingen. Ondertussen heeft de gemeente aandacht voor de pilot gevraagd in een bovenschools overleg in de regio, om ook andere scholen te enthousiasmeren. Wat dat oplevert is nog niet bekend. Volgens Charlotte Kikkert van Papillon zouden we meer overkoepelend moeten gaan denken en de vakjes voor onderwijsgeld en zorggeld los moeten laten. Papillon ziet namelijk nog steeds dat ondersteuningsniveau 3 op veel scholen niet op orde is en dat kinderen die net niet in aanmerking komen voor vergoede zorg, soms tussen wal en schip belanden. De wens blijft om daar structureel iets aan te doen en de preventieve werkwijze uit de pilot voor meer kinderen mogelijk te maken. Alleen door samen -vanuit de zorg, het onderwijs en de gemeente- op te trekken is verdere uitrol mogelijk.