Waarom duurt het zo ‘lang’ voor mijn kind dat problemen heeft met leren lezen door mag voor hulp naar de dyslexiezorg? Kan mijn kind bij bijzondere omstandigheden eerder hulp krijgen van de dyslexiezorg? En hoe kan het dat de dyslexiebehandelaar dan nog niet zeker weet of mijn kind dyslexie heeft? Een greep uit de vragen die ouders vaak hebben. Hieronder lees je de antwoorden.
De informatie op deze pagina is ook te downloaden als pdf:
Eerst goed leesonderwijs
Als je kind moeite heeft met lezen, moet extra ondersteuning worden geboden op school om je kind te helpen. Ook als er vermoed wordt dat je kind misschien wel dyslexie heeft. Hoe die extra ondersteuning in 3 ondersteuningsniveaus er uit kan zien, lees je hier. Hoe lastiger je kind het lezen vindt, hoe intensiever de extra ondersteuning moet zijn. Als ouder word je gevraagd ook thuis extra te oefenen met je kind. Regelmatig wordt door de school getoetst of een kind voldoende vooruit is gegaan door de extra hulp.
Een belangrijk kenmerk van dyslexie is hardnekkigheid. Dit betekent dat je kind ondanks extra instructie en hulp in het onderwijs en extra oefenen (leeskilometers maken) thuis en op school niet voldoende vooruitgaat. Of er sprake is van hardnekkigheid kun je alleen weten door een kind extra intensief leesonderwijs te geven en daarna te toetsen wat het effect is van de extra hulp. Het extra oefenen kost tijd. Voor ouders en het kind kan dit frustrerend zijn. Wanneer een kind ondanks de extra ondersteuning bij het lezen en spellen voor de leestoetsen 3 x een V-(min)-score/E-score heeft gehaald OF voor de leestoets 3 x een V-score/lage D-score (laagste 20%) én voor de spellingtoets 3x een V-(min)-score/E-score (zwakste 10%) heeft gehaald, mag er doorverwezen worden naar de dyslexiezorg voor een onderzoek naar Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED).
Het is belangrijk dat je als ouder samen met de leerkracht in gesprek blijft over het lezen en spellen. Denk niet dat je lastig bent als je hiernaar vraagt. Goede samenwerking tussen ouders, school en zo nodig de dyslexiezorg is noodzakelijk om jouw kind zo goed mogelijk te leren lezen en spellen. |
Dyslexie vaststellen
Wanneer er goed leesonderwijs is gegeven en de extra ondersteuning onvoldoende heeft geholpen, dan kan een kind dyslexie hebben. Om Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) vast te stellen is altijd onderzoek nodig van een specialist. Er is alleen sprake van EED als de leesproblemen zo ernstig zijn dat meer ondersteuning nodig is dan op school kan worden gegeven. Het leesprobleem moet enkelvoudig zijn. Er mogen dus geen bijkomende problemen zijn die het leesprobleem verklaren. Denk bijvoorbeeld aan ernstige concentratieproblemen. Als er sprake is van EED kan een kind behandeling krijgen van een dyslexiespecialist. Het dyslexie-onderzoek en de behandeling worden, wanneer het kind op de basisschool zit, vergoed door de gemeente. Kijk hiervoor meer informatie over de dyslexiebehandeling.
In veel gemeenten wordt gewerkt met een poortwachter dyslexie. De poortwachter is degene die informatie van school over het lezen en spellen en de extra hulp die door de school is gegeven, bekijkt. Met die informatie beoordeelt de poortwachter of een kind voldoet aan de voorwaarden voor doorverwijzen naar de dyslexiezorg. Als ouder kun je altijd contact op nemen met de poortwachter als je je zorgen maakt of denkt dat er sprake is van bijzondere omstandigheden. |
Afwijken van de standaardprocedure
Soms kan er van de standaardprocedure worden afgeweken. Dit kan alleen in uitzonderlijke situaties én wanneer er een sterk vermoeden is dat een kind dyslexie heeft. Een dyslexiebehandelaar gaat dan helpen met intensieve ondersteuning terwijl nog niet aan alle criteria voor doorverwijzen is voldaan. Dit gebeurt altijd in nauw overleg met de school, de gemeente die de dyslexiebehandeling betaalt, de behandelaar en de ouders. Het kiezen voor het afwijken van de standaardprocedure moet goed onderbouwd worden en is alleen bedoeld voor kinderen die door bijzondere omstandigheden een extra grote vertraging bij het leren lezen dreigen op te lopen, en die niet goed verder geholpen kunnen worden door de school.
Een voorbeeld van een uitzonderlijke situatie is een kind dat door de scholensluiting i.v.m. corona of langdurige ziekte niet genoeg intensieve ondersteuning in het onderwijs heeft gekregen. Maar ook bij andere bijzondere omstandigheden kan - mits goed beredeneerd en onderbouwd - worden afgeweken van de standaardprocedure.
Wanneer je kind vanwege bijzondere omstandigheden alvast intensieve hulp van een dyslexiespecialist krijgt, terwijl nog niet aan alle criteria voor doorverwijzen kan worden voldaan, wordt er soms gezegd dat een kind ‘tijdelijke’ of ‘voorlopige’ dyslexie heeft. Eigenlijk kloppen deze termen niet. De dyslexiespecialist kan dan nog niet zeggen of een kind echt dyslexie heeft of dat er sprake is van een leesprobleem. Daarvoor moet eerst de hardnekkigheid worden vastgesteld, en moet je kind een tijdje de juiste intensieve ondersteuning en oefening krijgen. En er moet gekeken worden of de achterstand wel groot genoeg is om te kunnen zeggen dat er sprake is van dyslexie. Je kind krijgt daarom eerst een aantal oefensessies met de dyslexiebehandelaar om te zien of de leesproblemen hiermee ook al aangepakt kunnen worden. Deze oefensessies worden soms ook ‘proefbehandeling’ genoemd. Je kind krijgt op dat moment nog geen dyslexieverklaring.
In sommige regio’s wordt gebruik gemaakt van deze werkwijze. In andere regio’s heeft men er in onderling overleg voor gekozen om te werken met een dyslexie-team van professionals. Zij gaan ervoor zorgen dat je kind de benodigde intensieve ondersteuning toch op school kan krijgen. Soms worden daarbij ook al behandelaars op school in gezet.
Na de intensieve hulp
Na een aantal weken intensieve hulp van de dyslexiebehandelaar zal een toets worden afgenomen. De dyslexiebehandelaar kan dan bepalen hoe groot de achterstand met lezen is en of het leesprobleem echt hardnekkig is. Er wordt dus bekeken of het leesprobleem wel of niet voldoet aan de criteria voor dyslexie.
Is de achterstand na de intensieve hulp nog steeds groot en is het leesprobleem volgens de behandelaar hardnekkig? Dan krijgt je kind de diagnose Ernstige Enkelvoudige Dyslexie en gaat je kind verder met de intensieve hulp van de dyslexiebehandelaar.
Is je kind door de intensieve hulp van de dyslexiebehandelaar goed vooruit gegaan? En blijkt uit de toets dat jouw kind toch geen dyslexie heeft? Dan verwijst de dyslexiebehandelaar jouw kind voor goed leesonderwijs terug naar de school. De dyslexiebehandelaar geeft de school en ouders advies over wat goed leesonderwijs is voor jouw kind.
Nog vragen?
Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kun je contact opnemen met de advieslijn van Balans. Dat kan iedere werkdag tussen 10.00 en 13.00 uur via telefoonnummer 030 2255050. Kies keuzeoptie 3. Wanneer we in gesprek zijn kun je het bandje inspreken en word je teruggebeld. Ook kun je een vraag stellen via het contactformulier.