Tijd voor lezen en spellen lijkt misschien een overbodig onderwerp; op elke school wordt er immers tijd besteed aan het lezen en spellen. Toch is het belangrijk om goed te kijken of er voldoende tijd wordt ingepland, zodat de doelen behaald kunnen worden en vaardigheden kunnen worden geautomatiseerd.
Groep 1-2
Het inplannen van voldoende tijd begint al bij de kleuters. Door systematisch en doelgericht te werken aan beginnende geletterdheid voorkom je dat geletterde activiteiten slechts incidenteel plaatsvinden. De richtlijn die bij kleuters wordt gehanteerd is 300 tot 480 minuten taalonderwijs per week, waarbij er doelgericht aandacht besteed wordt aan beginnende geletterdheid, fonemisch bewustzijn, letterkennis, mondelinge taalontwikkeling en woordenschat. Daarnaast kun je de tijd voor taal intensiveren voor kinderen die problemen laten zien in hun taalontwikkeling of een taalachterstand hebben.
Groep 3-8
De tijd die wordt besteed aan het lees- en spellingonderwijs is effectieve leertijd, de tijd wordt dus daadwerkelijk gebruikt om te lezen en te spellen. Om geen leertijd te verdoen, is het belangrijk om te kijken welke opdrachten het beste aansluiten bij de leerdoelen. Naast de leeslessen met de methode, worden er momenten gecreëerd waarop de leerlingen zelfstandig lezen. Dit kan op verschillende manieren plaatsvinden: leerlingen lezen hardop of stil, individueel of in kleine groepjes of tijdens andere vakken.
Ook voor spelling geldt dat leerlingen voldoende tijd moeten krijgen om nieuwe vaardigheden te leren en deze te onderhouden. Vaak wordt er gewerkt met een methode voor spelling, waarbij er 60 tot 90 minuten per week aan spelling wordt besteed. Daarnaast kan er bij functionele en creatieve schrijfactiviteiten – ook binnen andere vakken- aandacht worden besteed aan spelling.
Voortgezet onderwijs
Om de lees- en spellingvaardigheid in het voortgezet onderwijs verder te ontwikkelen en te onderhouden, is het van belang dat hier ook gericht tijd gereserveerd wordt voor lees- en spellingonderwijs. Dit kan structureel worden vastgelegd in het taalbeleidsplan. In het boek Interactief lees- en schrijfonderwijs. Werken met tussendoelen in de onderbouw van het vo, 2012 worden in hoofdstuk 4 suggesties gegeven voor de implementatie in het taalbeleid. In dit boek wordt ook informatie gegeven over wat we weten over de verdere ontwikkeling van technisch lezen en spellen nadat leerlingen uitstromen uit het basisonderwijs.
Lees meer
- Leesproblemen en dyslexie in het basisonderwijs. Handreiking voor aankomende leerkrachten | 2012 | Van Druenen, Gijsel, Scheltinga & Verhoeven
In paragraaf 2.4 worden per groep richtlijnen gegeven voor de tijdsbesteding van elke leesactiviteit. -
In de kwaliteitskaart wordt in voorbeeldoverzichten aangegeven hoe de tijd voor lezen en taal per week verdeeld zou kunnen worden over de verschillende onderdelen van lezen en taal. -
De kwaliteitskaart geeft suggestie voor de concrete invulling van de tijd die aan taal wordt besteed in groep 1 en 2 volgens Kwaliteitskaart Tijdschema hierboven.