Met goed onderwijs kunnen bij een groot deel van de leerlingen lees- en spellingproblemen worden voorkomen. Eén van de kenmerken van goed lees- en spellingonderwijs is doelgericht werken.
Het uiteindelijke doel van het lees- en spellingonderwijs is het bereiken van functionele geletterdheid, dat wil zeggen dat je kunt lezen en schrijven om kennis en informatie uit teksten te kunnen gebruiken. Het kunnen lezen of schrijven zelf is een technische vaardigheid. Kunnen begrijpen wat je leest of kunnen opschrijven wat je wilt zeggen, is een functionele vaardigheid. Die vaardigheid is van belang om zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij (zie ook Tel mee met Taal en Stichting Lezen en Schrijven). Om dit niveau stapsgewijs te bereiken stelt de leerkracht doelen vast, waaraan systematisch en gericht gewerkt wordt. Door het stellen van en werken aan hoge, haalbare en adequate doelen wordt de lees- en spellingontwikkeling optimaal gestimuleerd.
Kerndoelen en referentieniveaus
Voor het Nederlandse onderwijs zijn kaders vastgesteld in de vorm van kerndoelen en referentieniveaus. De kerndoelen geven aan wat leerlingen op de basisschool zouden moeten leren, verwerven en ontwikkelen. Dit zijn globaal opgestelde doelen, scholen kunnen zelf invulling geven aan hoe zij hun onderwijs hier op inrichten. De doelen gaan inhoudelijk dus over het onderwijsaanbod, niet wat door een leerling moet worden behaald.
De referentieniveaus voor taal beschrijven gewenste beheersingsniveaus en streefniveaus voor mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en taalverzorging en taalbeschouwing. De beheersingsniveaus zijn vastgelegd voor het eind van het primair onderwijs (1F), eind vmbo (2F), eind mbo-4 en havo (3F) en aan het eind van het vwo (4F). De streefniveaus liggen hoger en geven aan waar een leerling die meer aan kan naar toe kan werken. Om mee te doen als burger in onze geletterde maatschappij wordt functionele geletterdheid op beheersingsniveau 2F als noodzakelijk beschouwd.
Tussendoelen
Referentieniveaus zijn lange termijndoelen. Om meer inzicht te krijgen in korte termijndoelen kan gebruik worden gemaakt van zogenoemde tussendoelen. Deze beschrijven globaal de ijkpunten in de ontwikkeling van leerlingen op verschillende leerlijnen. Ze geven zicht op welke niveaus in de ontwikkeling worden nagestreefd en hoe voor een doorgaande leerlijn gezorgd kan worden. Een leerlijn geeft overzicht van de vorderingen die leerlingen gemiddeld maken in opeenvolgende leerjaren. Zo wordt duidelijk welke ontwikkeling de gemiddelde leerling al gehad heeft, wat het huidige niveau is en wat de volgende stappen in de ontwikkeling kunnen zijn. Het gaat hierbij dus om gemiddelde leerlingen, houd altijd in je achterhoofd dat ieder kind zich ontwikkelt op zijn eigen manier en met zijn eigen tempo de tussendoelen doorloopt.
Basisonderwijs
De tussendoelen voor lezen en schrijven zijn door het Expertisecentrum Nederlands uitgewerkt in de Tussendoelen beginnende geletterdheid voor groep 1 tot en met 3 (Overzicht tussendoelen beginnende geletterdheid, Verhoeven et al, 1999/2013) en de Tussendoelen gevorderde geletterdheid voor groep 4 tot en met 8 (Aarnoutse, Verhoeven, van het Zandt, & Biemond, 2002). Deze doelen kunnen uitgangspunten bieden bij het vormgeven van het taalonderwijs. Op www.leerlijnentaal.nl zijn deze leerlijnen en tussendoelen gekoppeld aan de referentieniveaus en voorzien van praktische handvatten. De SLO heeft leerstoflijnen beschreven die voor elk taaldomein een mogelijke opbouw in de leerstof weergeven richting 1F en 2F. In het Protocol Preventie van Leesproblemen – groep 1 en 2 is specifiek een koppeling gemaakt met de tussendoelen voor het jonge kind (SLO & UvA, 2009).
Voortgezet onderwijs
De ontwikkeling van de geletterdheid is nog niet afgerond wanneer leerlingen naar de middelbare school gaan. Om een doorgaande leerlijn aan te houden is het gedifferentieerd en doelgericht vormgeven van lees- en schrijfonderwijs ook in de onderbouw van het voortgezet onderwijs noodzakelijk. Op de site www.werkenmettussendoelen.nl zijn handreikingen te vinden voor het werken met tussendoelen bij verschillende taaldomeinen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Deze doelen kunnen uitgangspunten bieden bij het vormgeven van het taalonderwijs. Welke lees- en schrijfdidactieken en aanpakken worden er op dit moment in de klas gehanteerd en waar zou een aanscherping in didactiek of aanpak gewenst zijn? Op die manier kan het onderwijs worden aangescherpt.
Lees meer
In het kort alle informatie op een rij over de Referentieniveaus Taal en Rekenen.
- Website Tussendoelen & Leerlijnen (TULE) Nederlands
Geeft inzicht in de leerlijnen over groep 1 t/m 8 per tussendoel. - Website met Tussendoelen voor het jonge kind | SLO & UvA
Deze zijn ook meegenomen in het Protocol Preventie van Leesproblemen groep 1 en 2.
Onderdeel van het boek Tussendoelen beginnende geletterdheid (1999/2013).
Onderdeel van het boek Tussendoelen gevorderde geletterdheid (2002).
- www.leerlijnentaal.nl
Deze site maakt in vier taaldomeinen de praktische vertaalslag van de referentieniveaus naar de al langer omschreven leerlijnen en tussendoelen van het Expertisecentrum Nederlands. Verder vindt u lessuggesties en inspirerende voorbeelden. - Leerlijnen Beschreven PO | Website SLO
De Leerstoflijnen Beschreven bestaat uit vier publicaties waarin steeds één van de vier taaldomeinen uitgewerkt is. Elke leerstoflijn geeft je inzicht per domein in het gewenste beheersingsniveau eind groep 8. - www.werkenmettussendoelen.nl
Deze website heeft als doel handreikingen te bieden voor het werken met Tussendoelen voor de verschillende taaldomeinen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs.