PO | Samenwerking tussen ouders, school en zorgaanbieder ook ná de dyslexiebehandeling

Laatst bijgewerkt op

Barend Spijkers van praktijk Spijkers

Bij praktijk Spijkers wordt in overleg met de betrokken partijen experimenteel in enkele gevallen na afsluiting van een behandeltraject een kortdurend follow-up traject ingezet. In de twee follow-up momenten na afronding van de dyslexiebehandeling wordt samen met de ouders, de school en de zorgaanbieder geëvalueerd of en hoe het kind de behaalde doelen heeft weten vast te houden en dit heeft weten te integreren en generaliseren naar nieuwe taalsituaties. In deze gesprekken wordt gekeken naar wat het kind en de school nodig hebben om de gewenste situatie te consolideren en waar mogelijk uit te breiden. De behandelaar geeft daarbij praktisch haalbare en realistische adviezen. Ook komt, indien wenselijk, de behandelaar in de klas kijken en geeft hij of zij een gerichte ondersteuningsles aan de leerling. De nadruk ligt hierbij op praktische strategieën die het kind zelfstandig in de klas kan toepassen. Op het moment dat het kind in de bovenbouw van de basisschool zit, wordt in de follow up samen besproken welke compenserende en/of dispenserende maatregelen wenselijk zijn in het voortgezet onderwijs en wordt de praktische inzet van software besproken.

Aanleiding voor het aanbieden van een follow-up

De reden om het follow-up traject op te zetten is de terugval in de lees- en spellingontwikkeling van sommige leerlingen met ernstige dyslexie, vooral wanneer de extra ondersteuning wegvalt. Samen met betrokken partijen is daarom gekeken waar deze leerlingen baat bij hebben en zo ontstond het idee voor het follow-up traject. Met follow-up wordt bedoeld dat het kind ook na de afronding van de dyslexiebehandeling wordt gevolgd. Follow-up dient vooral om te kunnen vaststellen of de behaalde doelen op de langere termijn worden vastgehouden en om te beoordelen of het kind voldoende zelfstandig en met voldoende zelfvertrouwen met de problemen die voortkomen vanuit de dyslexie om kan gaan.

De opzet van het follow-up traject

In een follow-up gesprek bespreken de ouders (en het kind zelf als hij of zij oud genoeg is om aan het gesprek deel te nemen), de school en de behandelaar hoe het met het kind gaat. Dat gebeurt op twee vooraf vastgestelde momenten; meestal een half jaar na het afsluiten van de behandeling en nogmaals na anderhalf jaar. Follow-up gesprekken worden alleen gevoerd in de periode dat het kind nog op de basisschool zit.

De gesprekken zijn vooral gericht op het beoordelen en bespreken wat het kind op dat moment, dat wil zeggen langere tijd na de behandeling op zorgniveau 4, nog nodig heeft. Ook wordt er besproken wat de ouders en de school nodig hebben om het kind hierbij goed te kunnen begeleiden en wordt er gekeken naar wat haalbaar en acceptabel is voor het kind, de ouders en de school. De expertise van de dyslexiebehandelaar wordt ingezet om het kind, ouders en school goed (weer) op weg te helpen in deze nieuwe fase. Daarnaast worden de meest recente toetsgegevens uit het leerlingvolgsysteem opgevraagd om te kunnen vaststellen of het leesniveau dat bereikt is in de behandelperiode vastgehouden wordt. Wanneer het wenselijk is, observeert de behandelaar in de groep hoe het kind omgaat met zijn/haar lees- en spellingproblemen. Deze observatie is gericht op het achterhalen waar het kind mogelijk in vastloopt en wat nodig is om een eventueel stagnerend proces weer op gang te brengen.

De eerste ervaringen van het follow-up traject

Het follow-up traject is nog in een vroeg stadium en wordt slechts in enkele gevallen uitgevoerd. De ervaringen tot nu toe laten zien dat het waardevol is om ook na een behandeltraject in contact te blijven met kind, de ouders en de school en te praten over een aantal wezenlijke onderwerpen. Deze onderwerpen zijn: acceptatie van de dyslexie, sociaal-emotioneel welbevinden van het kind, de inzet van hulpmiddelen en het zelfstandig kunnen toepassen van de aangeleerde lees- en spellingstrategieën.

Door alle betrokken partijen wordt het belang van follow-up gezien: de dyslexiebehandelaar, de ouders en de school. Een half jaar na het behandeltraject heeft het kind min of meer zelfstandig leren omgaan met de dyslexie en vinden ouders, school, maar ook het kind, het vaak fijn dat op dat moment wordt ingezoomd op datgene wat nog nodig is. Ouders en school hebben het gevoel ook op de langere termijn terug te kunnen vallen op een dyslexie-expert en vinden het fijn dat er vinger aan de pols wordt gehouden. Door de follow-up is er ook een betere afstemming tussen de zorg en het onderwijs over de continuïteit van de ondersteuning. De gemeente erkent het belang van de follow-up ook, maar financiert het niet. Dat gebeurt op dit moment door ons als praktijk omdat we het essentieel vinden om zicht te houden op de continuïteit aan zorg.

Barend Spijkers, van Praktijk Spijkers: “Wij vinden het belangrijk om te kijken of de behaalde resultaten van onze behandelingen op de lange termijn worden vastgehouden en of de aanbevelingen die we bij de overdracht aan het einde van de behandeling aan ouders en school hebben meegegeven, worden toegepast en ook uitvoerbaar zijn gebleken. In de follow-up wordt gekeken naar de effectiviteit van de inzet van de aanbevelingen na de behandeling zoals die door ouders, school en (waar mogelijk) door het kind zelf wordt ervaren.”

De opbrengsten

Voor de verschillende betrokkenen levert de aanpak het volgende op:

  • Voor de ouders: continuïteit van betrokkenheid aan zorg en het gevoel hebben dat zij er niet alleen voor staan. Ouders kunnen vallen op mensen met inhoudelijke vakkennis die verder reikt dan alleen het schoolsysteem.
  • Voor het kind: het gevoel dat er naar je geluisterd wordt en anderen je zien staan.
  • Voor de school: terug kunnen vallen op de expertise van de dyslexiebehandelaar voor langere tijd.
  • Voor de gemeente: langere termijn zorg en bevordering samenwerking school en zorgaanbieder.
  • Voor de zorgaanbieder: zicht houden op leerresultaten van het kind en een betere afstemming met school in de totale dyslexiezorg.

Adviezen voor andere regio’s

Het opzetten van een follow-up traject is eenvoudig toepasbaar in andere regio’s. Het initiatief kan komen vanuit de gemeenten, maar ook vanuit de zorgaanbieder of juist vanuit het onderwijs. Met duidelijke afspraken en een goede taakverdeling blijkt veel mogelijk.

Praktijk Spijkers werkt als dyslexie-aanbieder in diverse regio’s. In deze regio’s zijn duidelijke afspraken gemaakt met de gecontracteerde zorgaanbieders over het bieden van de juiste dyslexiezorg gedurende het gehele traject. Omdat de gemeente wel de behandeling financiert, is het goed om als samenwerkingspartners (bij voorkeur zorgaanbieders, gemeente en onderwijspartners) de wederzijdse verwachting en het doel van het follow-up traject eerst samen te bespreken en hierover duidelijke afspraken te maken. Hierdoor is voor iedereen duidelijk wat er van elkaar verwacht mag worden. Wie doet wat en wie betaalt wat? Vervolgens is het belangrijk dat ook duidelijk met de school en de ouders wordt gecommuniceerd dat follow-up een vast onderdeel van het gehele traject is. Essentieel is dat betrokken partijen de verbinding blijven zoeken en met elkaar die dialoog aangaan in het belang van het kind. Samen gesprekken voeren, liefst samen met het kind, wordt door iedereen als belangrijk ervaren. Op de langere termijn zijn niet zozeer de resultaten belangrijk om te bespreken, maar vooral de wijze waarop school, ouders en kind omgaan met de dyslexie. Hoe wordt dyslexie (nog) ervaren en wat is er nodig, met name aan begrip en inzet van hulpmiddelen?

Dit voorbeeld laat zien dat een goede samenwerking tussen zorgaanbieders, ouders, onderwijs en gemeenten het mogelijk maakt om leerlingen met ernstige dyslexie ook op de langere termijn te ondersteunen om steeds meer zelfredzaam te worden. Hierdoor kan de leerling met een betere basis starten in het voortgezet onderwijs.