PO | De leerling in beeld brengen

Laatst bijgewerkt op

​Maaike Houtman, voormalig Poortwachter bij SWV de Eem, directeur basisschool Gaspard de Coligny en bestuurslid LBRT 

​Marion Vliegenthart, directeur LBRT​ 

Een leerling in eind groep 7 komt (nog) niet in aanmerking voor vergoed dyslexieonderzoek. De leerling behaalde met name in de eerste jaren van de basisschool goede resultaten, maar vanaf groep 6 werd dit minder. Door dit wisselende beeld is er bij de poortwachter twijfel over het wel of niet doorverwijzen voor dyslexie-onderzoek. School beschrijft de leerling als een weinig zelfstandige leerling, die onvoldoende oplet in de klas. Er is door school op verschillende vakken hulp ingezet. De intern begeleider van de school is een tijdje afwezig geweest waardoor de ondersteuning minder goed gemonitord is. Ouders vinden dat school nalatig is. Omdat de leerling naar groep 8 gaat, is er haast geboden bij het scherp krijgen van wat deze leerling nu nodig heeft. Ouders willen wel zelf dyslexie-onderzoek betalen, maar de vraag is of onderzoek nu helpend is.  

In deze casus is een gespecialiseerde remedial teacher op het gebied van lezen, spellen en dyslexie ingezet om een duidelijker beeld te krijgen van de achterstand in de lees- en spellingontwikkeling van de leerling en de hardnekkigheid van het lees- en/of spellingprobleem. 

De poortwachter gaat in gesprek met ouders en legt als eerste uit waarom de leerling niet voldoet aan de criteria van vergoed onderzoek, maar ook waarom er twijfels zijn over een mildere vorm van dyslexie. Er is namelijk een wisselend beeld van de achterstand in lezen en spellen van de leerling ontstaan, onder andere doordat de DMT-score niet altijd zeer zwak was. Ook is er tot nu toe onvoldoende aangetoond dat de problemen hardnekkig zijn. De school heeft veel extra ondersteuning geboden maar steeds op wisselende vakken: een periode op technisch lezen, een periode op spellen, een periode op rekenen, een periode op begrijpend lezen etc. De leerkracht heeft gekeken op welk vak de leerling de hulp het hardst nodig had. De wisselende toetsresultaten, samen met de onvoldoende gestructureerd geboden hulp, maakt dat een doorverwijzing naar een dyslexie-onderzoek niet mogelijk is.

Het heeft dus ook geen zin dat ouders op dat moment aanbieden om zelf een onderzoek te gaan betalen. Ook voor niet-vergoed onderzoek moet er namelijk voldoende onderbouwing van het vermoeden van dyslexie zijn in de vorm van voldoende gestapelde hulp, en moeten de gegevens van school bij de zorgaanbieder aangeleverd worden. De ontwikkeling van de leerling moet eerst beter in beeld gebracht worden en de geboden, gestapelde ondersteuning op het gebied van lezen en spellen moet eerst nog 10 tot 12 weken doorlopen worden.

De inzet van een RT-er 

De poortwachter suggereert een gespecialiseerde remedial teacher (RT-er) in te zetten, die gericht een klein onderzoek doet, hypotheses opstelt en een plan maakt voor goede gestapelde ondersteuning in samenwerking met de school en ouders. 

De RT-er gaat aan de slag en handelt daarbij als volgt: 

  • De RT-er kijkt mee naar de geboden gestapelde hulp en helpt de intern begeleider dit op te zetten in de school en de juiste keuzes te maken;

  • De RT-er doet gedegen dossieronderzoek. Zo blijkt de leerling eind groep 5 van school veranderd te zijn, waardoor hij in groep 3 t/m 5 gewerkt heeft met andere methodes voor spelling, rekenen en lezen dan die door de huidige school worden gebruikt; 

  • De RT-er voert observaties uit in de klas bij de spelling- en de leesles. De RT-er ziet dat de leerling afhaakt bij de instructie;

  • De RT-er brengt de huidige situatie in kaart door de EMT-KLEPEL, AVI, CB&WL en het PI-dictee af te nemen bij de leerling. De leerling blijkt geen problemen te hebben met het snel benoemen van cijfers en letters. Er is wel sprake van lichte uitval op EMT-KLEPEL en ernstige uitval op het PI-dictee; 

  • De RT-er gaat remediëren op spelling en lezen. Ouders worden structureel meegenomen in de keuze voor extra ondersteuning en de evaluatie daarvan. Ook helpen de ouders bij het huiswerk.

Het resultaat  

De aanpak met de inzet van de RT-er is een groot succes: de leerling groeit enorm op het gebied van spellen maar ook bij lezen is er ontwikkeling zichtbaar. Daarmee kan geconcludeerd worden dat er geen sprake kan zijn van dyslexie. De gesprekken tussen de RT-er en de leerling hebben geleid tot meer betrokkenheid van de leerling bij de instructie, betere resultaten en meer motivatie. De leerling kreeg letterlijk meer grip op het eigen leerproces. Het welbevinden van de leerling is verbeterd en de leerling ervaart meer zelfvertrouwen. De negatieve spiraal van ‘niet mee kunnen komen’, ‘niet opletten tijdens instructie’ en ‘weinig inzet’ is doorbroken. Ook de ouders zijn tevreden met de interventie en begrijpen nu beter dat een dyslexieonderzoek niet helpend was geweest.

School heeft geleerd hoe ze zelf een vermoeden van dyslexie kunnen onderbouwen of uit kunnen sluiten dat een leerling dyslexie heeft. De school ziet nu in dat gestapelde ondersteuning gestructureerd aangeboden moet worden. Ook is de school ervan bewust dat het belangrijk is om bij een ‘zij-instroom-leerling’ uit te zoeken welke manieren en methodes het kind gewend is. Zeker bij een vak als spelling kan dat belangrijk zijn. Voor leerlingen zijn verschillen in de instructies voor spellingregels bijvoorbeeld verwarrend. Aan nieuwe leerlingen wordt nu duidelijk gemaakt dat ze hulp kunnen vragen als ze de instructie niet kunnen volgen omdat het anders is dan ze gewend zijn.

Adviezen voor andere scholen 

Dit goede voorbeeld laat zien dat bij een vermoeden van dyslexie het belangrijk is om samen op school de leerling breed in beeld te brengen. Dat kan onder andere door gebruik te maken van toetsgegevens van de afgelopen jaren, bijzonderheden van de leerling in kaart te brengen, te observeren hoe de leerling instructies in de groep volgt, te bespreken hoe de leerhouding is en enkele kleine testen uit te voeren op het gebied van lezen en spellen. Een gespecialiseerde RT-er kan dit heel gericht doen en daarbij vaststellen wat er nodig is. Door de kennis van effectieve interventies die een RT-er heeft, kan deze ook helpen bij het op de juiste manier inrichten van de gestapelde hulp.

Naar aanleiding van deze casus geeft de school de volgende adviezen mee voor andere scholen:  

  • Sluit bij ‘zij-instroom-leerlingen’ aan bij de eerder gebruikte taal-, lees- of spellingmethode en vertaal deze expliciet in de nieuwe methode. Leg aan de leerling uit hoe de methode in elkaar zit zodat de opbouw die gemist is, ook voor de leerling duidelijk is; 

  • Om dyslexie uit te sluiten of vast te stellen door de zorgaanbieder is blijvend gestapeld aanbod en ondersteuning nodig op het gebied van met name technisch lezen. Belangrijk is om dit te blijven doen en samen met de intern begeleider het aanbod en de effectiviteit op ON 2 en 3 te evalueren; 

  • Het steeds wisselen van de vakken waarin de extra hulp wordt gegeven, is niet helpend geweest in deze casus. Belangrijk is om gerichte keuzes te maken in de hulp en dit ook te bespreken met ouders. Om in aanmerking te komen voor een dyslexietraject moet de leerling de juiste hulp voor lezen (en spellen) op school gekregen hebben. Dit geldt voor zowel vergoede dyslexiezorg als niet-vergoede (door ouders betaalde) zorg;   

  • Een gespecialiseerde RT-er kan een screening doen op het gebied van technisch lezen en spellen. Hierdoor kan de RT-er zien waar de leerling mogelijk baat bij heeft en meehelpen in het kiezen van de juiste interventies op ON2 en ON3, en eventueel extra hulp bieden op ON4.

Tot slot 

De leerling zien, oftewel breed in beeld hebben, is nodig om de juiste keuzes te maken. De school heeft hierin de regie, maar een remedial teacher kan meehelpen met inzoomen en uitzoomen en gerichte keuzes te maken in de beste interventies op het juiste moment. Door ouders en de leerling hierin mee te nemen ontstaat er meer begrip en houdt men samen de brede ontwikkeling van de leerling in beeld.