Zelf merk je misschien dat het lezen wat moeilijker of langzamer gaat dan bij andere kinderen in de klas. Vaak merken je ouders of de juf of meester ook wel iets. Je krijgt dan eerst een tijdje extra hulp op school. Als lezen en spellen moeilijk blijft kan het zijn dan je dyslexie hebt.
Hoe gaat het onderzoek in zijn werk?
Er kan dan een onderzoek gedaan worden: dan komt er iemand naar school of je gaat naar iemand toe. Dit is meestal een orthopedagoog of psycholoog. Hij of zij kijkt naar hoe het lezen en spellen bij jou gaat, maar ook naar andere dingen. Bijvoorbeeld of je geheugen goed werkt en of je snel plaatjes kunt benoemen die je ziet. Je krijgt bijvoorbeeld opdrachten met letters en taal, geheugenopdrachten, het lezen van woorden en het schrijven van woorden. Uit het onderzoek kan komen dat je dyslexie hebt.
Je hebt dyslexie. En dan?
Als je dyslexie hebt worden er afspraken gemaakt over wat jou het beste kan helpen, op school en thuis. Je krijgt soms ook een dyslexiebehandeling. Je krijgt ook een dyslexieverklaring. Daar staat op dat je dyslexie hebt en dat je bijvoorbeeld extra tijd mag krijgen bij toetsen. Dit soort informatie is handig voor de school om te weten, zodat ze daar rekening mee kunnen houden. Deze verklaring blijft je hele leven geldig, ook als je naar een andere school gaat.