Hieronder lees je meer over hoe en welke toetsen te gebruiken zijn als er bij een leerling een vermoeden bestaat van dyslexie.
Dit artikel is te downloaden als pdf
Achterstand en hardnekkigheid bepalen
Voor de aanmelding bij de dyslexiezorg dient door school de achterstand en hardnekkigheid van de lees- en/of spellingproblemen in kaart gebracht te worden. Dit houdt in dat een leerling:
- bij 3 opeenvolgende hoofdmeetmomenten voor Technisch Lezen op woordniveau 3 keer een Vmin- of E-score behaalt (zwakste 10%)
of
- bij 3 opeenvolgende hoofdmeetmomenten voor Spelling op woordniveau 3 keer een Vmin- of E-score (zwakste 10%) behaalt en daarnaast voor Technisch Lezen op woordniveau in ieder geval terugkerend beneden-gemiddelde scores behaalt
Deze criteria gelden in het algemeen voor het aanmelden voor nader specialistisch onderzoek naar dyslexie, volgens de aanbevelingen van de Brede Vakinhoudelijke Richtlijn Dyslexie (BVRD). Voor toegang tot de vergoede dyslexiezorg in het kader van de ED-regeling geldt alleen het eerstgenoemde criterium hierboven. Uitval op spelling wordt wel nader onderzocht bij de vergoede diagnostiek binnen de ED-regeling, maar telt niet mee als toelatingscriterium voor de ED-vergoedingsregeling.
Het is dus een vereiste voor de aanmelding voor dyslexiezorg dat een school dit soort scores over woordlezen en spelling kan overleggen. Dit heeft ook gevolgen voor welke toetsen er op school afgenomen kunnen worden om het technisch leesniveau en spellingniveau in kaart te brengen.
Vereiste toetsaspecten voor onderbouwing vermoeden dyslexie
Voor de onderbouwing van het vermoeden van dyslexie door het onderwijs is het belangrijk dat zowel voor technisch lezen als voor spelling een gestandaardiseerde en genormeerde toets wordt afgenomen op woordniveau.
Daarnaast moeten de ruwe toetsscores omgezet kunnen worden naar ofwel percentielscores, ofwel I t/m V-scores ofwel A t/m E-scores. Op deze manier kan namelijk worden bepaald of een leerling op dat moment bij de laagste 10% behoort (= achterstand). Wanneer deze achterstand op 3 achtereenvolgende meetmomenten blijft bestaan, ondanks de extra intensieve begeleiding op school op ondersteuningsniveau 2 en 3, dan wordt daarmee ook de hardnekkigheid van de lees- en/of spellingproblemen aangetoond, en daarmee het vermoeden van dyslexie.
Beschikbare toetsen voor meten van lezen en spellen op woordniveau
De volgende toetsen voldoen aan de hierboven genoemde toetsaspecten en zijn valide, goedgekeurde toetsinstrumenten voor gebruik in het onderwijs:
- Technisch lezen op woordniveau:
DMT (Cito), Boom LVS Technisch Lezen Woorden.
- Spelling op woordniveau:
Cito LVS Taalverzorging, Boom LVS Spelling, PI-dictee (Boom).
IEP Toetsen
Steeds meer scholen gebruiken de IEP leerlingvolgsysteem (LVS) toetsen (Bureau ICE) om hun leerlingen te volgen. Resultaten van de IEP LVS toets technisch lezen en de toets taalverzorging (waar spelling onder valt) worden vertaald in niveau-aanduidingen die gekoppeld zijn aan de referentieniveaus (1F, 2F etc). Deze geven geen percentielscores weer waardoor niet kan worden vastgesteld of een leerling tot de 10% laagst scorende leerlingen behoort. Dat betekent dat op scholen die IEP LVS gebruiken aanvullend nog toetsen voor woordlezen en spelling ingezet moeten worden om het vermoeden van dyslexie te kunnen onderbouwen. Hiervoor kan een keuze gemaakt worden uit de hierboven genoemde beschikbare toetsen voor meten van lezen en spellen op woordniveau. Deze toetsen zet je dan alleen in bij de leerlingen die uitval vertonen op de LVS toetsen en bij wie mogelijk sprake is van ernstige en hardnekkige lees-/spellingproblemen en voor wie een vermoeden van dyslexie bestaat.
Hoe kun je zelf een toets op bruikbaarheid beoordelen?
Wanneer je een toets wilt inzetten om het niveau van technisch lezen en spelling te bepalen, bij een leerling bij wie een vermoeden van dyslexie bestaat, is het belangrijk om op de volgende twee punten te letten:
- Is de toets op woordniveau?
- Kunnen de ruwe scores worden omgezet in A t/m E-scores, I t/m V-scores en/of percentielscores?
Beantwoord je na het bekijken van de handleiding van de toets bovenstaande vragen met ja? Dan kan de toets worden gebruikt. Is het antwoord op een van de vragen, of beide vragen nee? Dan kan de toets niet gebruikt worden voor de 3 hoofdmeetmomenten in het voortraject voor de doorverwijzing naar de dyslexiezorg.