Bij Dyslexie Centraal kennen we de Handreiking met tijdelijk versoepelde toelatingscriteria voor EED-zorg van NKD maar staan – samen met de ministeries OCW en VWS – op het standpunt dat er uitsluitend in uitzonderlijke gevallen en in beperkte mate gebruik van gemaakt kan worden.
Het uitgangspunt hierbij is: de scholen zijn aan zet, zij worden opgeroepen om de ondersteuning op ON3 weer zo goed mogelijk verder te gaan invullen en bij gebleken hiaten hierin dit in eerste instantie zelf aan te pakken – uiteraard waar nodig met extra inzet en hulp hiervoor van buiten de school, bijvoorbeeld door inschakelen van onderwijsadviesbureaus of aanvullende hulp door onderwijszorgprofessionals (zoals rt-ers). Ook het punt van de toetsing kan goed door de scholen zelf opgepakt worden door gebruik te maken van uitgestelde toetsafname-mogelijkheden. Dat betekent natuurlijk dat er in dat geval enige vertraging opgelopen wordt in het doorverwijs-traject, maar die kan zo toch redelijk beperkt blijven.
Het is dus uitdrukkelijk niet zo dat nu geadviseerd wordt om massaal gebruik te gaan maken van deze tijdelijke maatregel van NKD. De regeling is echt alleen bedoeld voor uitzonderingsgevallen, bij scholen waar echt zo’n groot knelpunt is in het ondersteuningsaanbod dat er helemaal geen zicht is op enige invulling van ON3 op dit moment of op korte termijn. In dat geval is het onwenselijk om een leerling zo lang te moeten laten wachten op hulp en de juiste ondersteuning en zorg te laten ontberen.
Met deze maatregel wordt een deel van wat in het onderwijs hoort te gebeuren (ON3) in feite overgenomen door de dyslexiebehandelaar. De verantwoordelijkheid voor het verzorgen van ON3 en het aantonen van didactische resistentie blijft echter wel liggen bij het onderwijs. Deze maatregel kan dan ook niet leiden tot een structurele oplossing voor knelpunten in het onderwijs op dit gebied. Daarvoor moet gezocht worden naar een meer constructieve en duurzame aanpak van de voorkomende problemen. Vandaar dat het hier ook gaat om een tijdelijke maatregel voor uitzonderlijke gevallen.
De samenwerkingsverbanden en gemeenten zijn samen aan zet om te besluiten of en in welke mate en voor welke leerlingen er gebruik gemaakt kan worden van deze bijzondere regeling. Het samenwerkingsverband heeft immers zicht op de kwaliteit en het aanbod van ON3 op de scholen en weet waar de echt grote knelpunten zitten en de gemeente is opdrachtgever en financier van de behandelaars en beheert de jeugdzorggelden.
Ook goed om te weten: er kunnen geen rechten of plichten aan deze tijdelijke maatregel ontleend worden. Samenwerkingsverbanden en gemeenten (in overleg met de door hun gecontracteerde behandelaars) samen bepalen of er in de eigen regio gebruik van gemaakt kan worden. Mocht er inderdaad gebruik van gemaakt gaan worden, dan staat in de Handreiking van NKD onder welke criteria en richtlijnen dat dan verantwoord moet gebeuren. Deze criteria en richtlijnen zijn daarmee bedoeld voor het verantwoord professioneel handelen van de bij NKD aangesloten dyslexie-zorgverleners.
Dit bericht is ook te downloaden als pdf: